1 Brief, 21 okt. 1941, van Hirschfeld aan Schrieke (eNO, 282 c). Toen dit denkbeeld (dat eind '42 leidde tot het oprichten van het concentratiekamp Ommen) begin december' 41 besproken werd in de vergadering van de procureurs-generaal met de hoogste autoriteiten van het departement van justitie, was de NSB'er Broersen de enige die aandrong '
op het openstellen van een mogelijkheid van beroep tegen de genomen maatregel' (Vergad. p. g.: Notulen, 4 dec. 1941, p. 5). 2 Enq., dl. VII a, p. 80-81.
Broersen, 1. J.
Frederiks, K. J.
Illegalireir/Verzer, Nederlandse (bezet gebied)
Ommen, kamp
Rauter, H. A.
Sabotage
Schrieke, J. J.
EEN OMSTREDEN PROCLAMATIEber in de gehele pers opgenomen en alom in den lande op de gemeentelijke aanplakborden aangeplakt. Er bleek evenwel een mededeling aan toegevoegd te zijn van de directeur-generaal van politie, mr. A. Brants, waarin deze een beloning van f lOOO uitloofde 'voor iedere Nederlander die omtrent ernstige vergrijpen tegen de belangen van de voedselvoorziening of de Duitse weermacht zodanige aanwijzingen geeft, dat deze tot arrestatie van de schuldige(n) leiden.' Dit was een algemene oproep tot verklikkerij ! Schrieke, Hirschfeld en Frederiks waren zich bewust dat die oproep de publieke opinie als hoogst onsympathiek zou treffen. Zij wisten te bereiken dat enkele dagen later een persbericht verscheen waarin Brants' mededeling gekarakteriseerd werd als '
een maatregel van politionele aard, welke zelfstandig is genomen door het ressort van de directeur-generaal van politie."