Stellig moeten wij in die rapporten van het Duitse militaire apparaat ook de weerslag zien van de opvattingen van menig traditioneel denkende officier uit de Wehrmachi: dat het Nazibewind en de bij impulsen zo fanatiek optredende Christiansen het Nederlandse volk systematisch de verkeerde richting opdreven; die rapporten waren dan ook mede als kritiek bedoeld aan het adres van de Wehrmachtbefehlshaber en van zijn twee stafleden die hem bij de beslissende bespreking op 8 augustus vergezeld hadden - wij zouden ze daarom nog niet onjuist willen noemen. Waarlijk, men had van de Duitsers al veel meegemaakt, maar dit! Vijf onschuldigen gefusilleerd! Men was er diep ontzet over ('dit salvo heeft'
s lands hart kapot gereten', schreefTop Naeff)3ontzet, ook wanneer men er niet bovendien van overtuigd was (en die overtuiging werd door velen aangehangen) dat de gehele spoorwegaanslag door de Duitsers zelf geënscèneerd was. Er zijn, dunkt ons, velen geweest aan wie nu opeens het inzicht daagde dat men via de bezetter met een systeem geconfrontreerd werd dat niets gemeen had met Nederlandse waarden. Zelfs aan Hirschfeld die steeds van opinie geweest was dat hij met de Duitsers op de grondslag van een zeker wederzijds vertrouwen zaken kon doen, vielen de schellen van de ogen. Hij had Ruys goed gekend. Diens fusillering werd voor hem, zo drukte hij het in de herfst van '45 uit, 'een keerpunt van beslissende betekenis.ë