In de loop van' 42 had de Sicherheitspolizei telkens weer geconstateerd dat in alle delen des lands exemplaren van Vrij Nederland in circulatie kwamen. De Aussenstelle Amsterdam noemde het blad in haar Jahresbericht 1942 van alle illegale bladen 'am stárlesten verbreitet und auch inhaltlich und technisch am besten aufgezogen'.l Hoe kon men voortgezette publikatie voorkomen? De vele arrestaties, meer dan zestig in de laatste maanden van '42, baatten niet: nummer na nummer verscheen. Welnu, in de lente van '43 zag de Sicher heitspolizei een kans om met de centrale leiding van Vrij Nederland in contact te komen. Dick van Veen, die eind december Kriminalkommissar Horak in handen was gevallen, had zich bereid verklaard, een gesprek te voeren met Dobbe, de leider van de overval van Joure. Horak vroeg zich evenwel af of van Veen, als hij in vrijheid gesteld werd, wel zou terugkeren. Van dat alles hoorde Pellicaan via van Veens verloofde; hij bood Horak aan, van Veens plaats in de cel in te nemen in de tijd waarin deze naar Dobbe op zoek zou gaan. Het aanbod werd door Horak aanvaard. De centrale leiding van Vrij Nederland wist van dat aanbod af; zij hoopte dat Pellicaan bij Horaks collega's, de mannen van Abteilung IV, iets ten gunste van de gearresteerde VN-medewerkers zou kunnen bereiken. Het slot van het lied was dat Pellicaan en van Veen (die, zoals wij eerder vermeldden, bij Dobbe geen succes had) aan de centrale leiding van Vrij Nederland een voorstel van de Sicher heitspolizei overbrachten: als Vrij Nederland de publikatie staakte, zouden alle gearresteerden in leven blijven, zij zouden dan aan de groep der Brabantse gijzelaars toegevoegd worden - maar er was één belangrijke voorwaarde: alle medewerkers van Vrij Nederland moesten schriftelijk verklaren dat zij zich in de toekomst van anti-Duitse activiteit zouden onthouden.