1 H. Deinum en M. Vader: 'Verslagover ervaringen, opgedaanbij pogingen om tot een geheimradiotelegrafischcontactte komen' (26 april 1943) (Doe II-29I,
Boerema, D.
Bureau Inlichtingen (BI)
Deinurn, H.
Delfzijl
'Dienst-Wim'
Dutilh, C C
Groep-'Kees' (Durilh)
Groep-'Luetor et Emergo'
Groep-T'ackard'
Groep-'Zwaantje'
Jong, A. M. de (consul-generaal)
Military Intelligence (MI)-6, s
Ordedienst (OD)
Pot, L.
Spionage
Stockholm
Vader, M.
Wannée,]. c.
DE GROEP-OOSTERHUIS DE ILLEGALITEITtoen hem verzocht werd, op te geven wat de lengte was van de kademuren in Rotterdam. Alsof men dat in Nederlandse scheepvaartkringen te Londen niet wist! Er werd gelukkig van de 'Zweedse Weg'
ook wel een nuttiger gebruik gemaakt: exemplaren van het Londense Vrij Nederland, foto's van de koninklijke familie (die dan op grote schaal vermenigvuldigd werden) en hoeveelheden insuline werden naar bezet gebied gesmokkeld samen met goederen die de groep Oosterhuis-Boerema voor haar werk zeer welkom waren: fietsbanden, koffie en cognac; kousen voor de dames werden niet . vergeten. En, zoals wij al weergaven: de zender 'Packard'
arriveerde via de 'Zweedse Weg'
. Het bleef niet bij die ene zender. Het lag voor de hand dat MI-6 de zo actief werkende groep van Oosterhuis-Boerema de beschikking zou geven over een eigen zender. Die zender, 'Wolseley'
(de naam van een Engels automerk), arriveerde in Delfzijl terzelfdertijd als de 'Packard'
-zender; beide apparaten, niet veel groter dan een sigarenkistje, waren door kapitein Roossien, de Jongs beste verbindingsman, meegesmokkeld. Oosterhuis kon zelf niet seinen. Hij trok een kracht aan die dat wèl kon: H. Koning, leraar aan de Zeevaartschool te Groningen. Maar hoe Koning ook zijn best deed, op de morsetekens die de 'w olseley'
uitzond, werd door Engeland niet gereageerd. Er ging een klacht naar Stockholm en er arriveerde in februari' 43 een tweede zender bij Oosterhuis, voor welks naamgeving men opnieuween beroep gedaan had op de Amerikaanse auto-industrie: 'De Soto'
, Intussen had Oosterhuis, zeer gefrustreerd door het falen van de 'w olseley'
, contact opgenomen met de OD. Op ruim 20 km van Delfzijl, in Middelstum, woonde een zendamateur, Dirk Rustema, die niet alleen een uitstekend technicus was maar omtrent wie Oosterhuis van OD-relaties in Delfzijl vernomen had, dat hij de verbindingsofficier was van de Ofr-leiding in Noord-Groningen. Rustema vond de zaak belangrijk genoeg om de chefstaf van de OD, Six, te waarschuwen. Van die waarschuwing nam Six met gemengde gevoelens kennis. Acht maanden lang was hij nu bezig, de OD opnieuw op te bouwen, de spionageafdeling werkte goed, hij (Six) had een enkel bericht ontvangen via de zender van dr. Brouwer, maar terwijl hij zich tot taak gesteld had, namens de regering op het moment der bevrijding de ordehandhaving in het gehele land ter hand te nemen, bezat hij nog steeds geen eigen zendverbinding met Londen. Hij had wèl een net van zenders in Nederland laten opbouwen welke bij die bevrijding contact met het algemeen hoofdkwartier van de OD mogelijk zouden maken, maar die gehele opzet hing in de lucht zolang er geen snelwerkend radiocontact met de regering bestond. En nu bleek dat een in dit verband nogal willekeurige particulier in Delfzijl een zender ontvangen
Groep-'Zwaantje'
Hirschfeld, H. M.
Koning, H.
Koninklijk Huis
Middelsrum
Military Intelligence (MI)-6, s
Ordedienst (OD)
Radiodienst
Roossien, H.
Rustema, D.
Six, P. J.
Spionage
Stockholm
Vrij Nederland (Londen) (later
had! Het apparaat scheen niet te werken. Six pleegde overleg met het hoofd van zijn Radiodienst, Jan Thijssen (de man die het binnenlandse net opgebouwd had) en deze zond de chef-marconist van de OD, A. S. M. van Schendel, naar het noorden.