Met die zender werd de Jonge in de nacht van donderdag II op vrijdag 12 maart '43 bij Hooghalen gedropt, niet ver dus van Assen waar Somers broer woonde. Hij had een groot bedrag aan geld bij zich, in bankbiljetten van f 500 en f I 000. Helaas: op de tweede dag waarop hij in bezet gebied was, zaterdag 13 maart, werden alle bankbiljetten van f 500 en f I 000 ongeldig verklaard. De Jonge moest nieuw geld zien te vinden. Wij nemen aan dat dit het contact zoeken met het Nationaal Comité ietwat vertraagd heeft. In Londen was verondersteld dat Jan Schouten wel meer van dat Nationaal Comité zou weten (hij was er lid van) - de Jonge bracht dus een bezoek aan de anti-revolutionaire leider. Diens medelid van het Nationaal Comité Vcrrink stond toen al maandenlang in contact met een zekere 'Anton de Wilde'
(de Vi-Mann van der Waals) in wie Vorrink een onbeperkt vertrouwen was gaan stellen, maar Schouten was er nog steeds niet zeker van dat 'de Wilde'
dat vertrouwen waard was. Jegens de Jonge stelde Schouten zich dan ook zeer gereserveerd op. In een eerste gesprek weigerde hij inlichtingen. Een tweede gesprek volgde, iets later; wij nemen aan dat Schouten inmiddels bij enkele door de Jonge opgegeven relaties naar diens betrouwbaarheid was gaan informeren. Die informaties luidden gunstig. 'Ik kreeg de indruk'
, vertelde de Jonge later, 'dat na het tweede bezoek de basis van vertrouwen er was.'
2