Niet ten onrechte werd het arrest van 12 januari' 42 door een Groninger jurist als '
het arrest van de volledige overgave' aangeduid.' Wie zich in de wereld van het recht bewoog, las het ofhoorde er van en wie in die wereld enig begrip had voor het feit dat Nederland in een dodelijke strijd om zijn historisch volksbestaan gewikkeld was, voelde zich, niet door de Strafkamer van de Hoge Raad alléén, maar door 'de Hoge Raad'
tout court in de steek gelaten, ja in de rug aangevallen. Binnen de illegaliteit waren de reacties niet anders. 'Op de avond van de rzde januari'
42 zal', zo schreef Vrij Nederland in de zomer van '43, 'Seyss-Inquart de heren wel met een '
braaf zo' op de schouders geklopt hebben ... Zo 'n Hoge Raad kunnen wij na de vrede natuurlijk niet houden: de heren moeten de laan uit. Wij hebben een Hoge Raad voor het recht, maar niet voor het onrecht!"