1 A.v. 2 Je Maintiendrai, 50 (jan. 1944), p. 5. 3 Hofstee meende toen nog dat Louwes 'een in grote trekken juist beeld van de verhoudingen'
gegeven had. (E. W. Hofstee in Rijksuniversiteit Groningen, Vijfde interfacultaire leergang: De reactie van OI1S volk op de bevrijding (r946), p. 97). 4 S. L. Louwes in 0 en V, dl. II, p. 6r6. 5 In Onderdrukking en Verzet schreefLouwes na de oorlog over de voedselexporten naar Duitsland en de leveranties aan de Wehrmacht: 'Ik heb deze voorwat betreft de periode na september r943 getaxeerd op ongeveer 9 % van onze productie'
Handel (Nederland)
Hofstee, E. W.
Je Maintiendras (illegaal blad)
Leveranties, verplichte
Persconferenties
Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd
Voedselvoorziening voor bezerring
Zwarte handel/markt
om een verdere verlaging van de Nederlandse voedselrantsoenen te voorkomen. Van augustus '43 afbestookte hij het Reichsleommissariat met brieven waarin hij er op wees dat door de Duitse eisen de normen die in het Landoorlogreglement gesteld waren, met voeten getreden werden; hij hield die brieven ook niet onder zich: zij kwamen bij zijn staf en via die staf in de illegale pers terecht." Een en ander leidde er toe dat Louwes binnen het Duitse apparaat in die tijd vrij algemeen aangeduid werd als 'der legale Leiter der Illegalen' - 'es ist sagar', verklaarde von der Wense na de oorlog, 'da und dort gefallen: 'Eine Personlichleeit wie Louwes kamt man entweder nur int Amte lassen ader man muss ihn erschiessen:' '2 Wat men met Louwes doen moest, was voor Seyss-Inquart evenwel geen vraag: handhaven. De Reichskommissar nam wel aanstoot aan devrijheden die Louwes zich pennitteerde, maar was het met datgene wat deze trachtte te bereiken, niet oneens. Louwes' cijfers waren het waarmee Seyss-Inquart keer op keer in Berlijn liet uiteenzetten dat men zich wat de Nederlandse agrarische productie betrof, zekere matiging moest opleggen. Daarbij was het Seyss-Inquartstactiek, excessieveeisen als Goering bijvoorbeeld stelde op de Berlijnse conferentie van augustus' 42, rustig te noteren om vervolgens bij het Reichsministerium für Ernáhrung und Landwirtschajt te bereiken dat men er daar accoord mee ging dat Nederland veel rninder leverde. In augustus' 42 eiste Goering dat Nederland o.m. 40 000 ton broodgraan en 45 000 ton voedergranen aan Duitsland zou leveren - er behoefde toen in feite in het geheel geen broodgraan afgestaan te worden (de 10000 ton die 'voorgeschoten'
was, werd zelfs teruggeleverd) en aan voedergranen slechts 6000 ton. Niet anders ging het een jaar later toen een program van nieuwe eisen, door Goering opgelegd, gemiddeld slechts voor iets meer dan de helft gerealiseerd werd. Wij schreven het eerder: tot de spoorwegstaking een geheel nieuwe situatie deed ontstaan, wenste SeyssInquart niet dat in Nederland honger geleden werd.