Werkelijk vaste grond onder de voeten bood ons slechts één rapport: een rapport van het Gemeentelijk Statistisch Bureau van Den Haag dat in het gehele jaar '43 acht-en-negentig gezinnen nauwkeurig had laten aantekenen wat zij aan voedingsmiddelen verbruikt en wat zij daarvoorJ.Centraal Disrriburiekanroor (CDK)DisrriburieFahrenholrz, H. J.Gemeentelijk Statistisch Bureau, Den HaagMeldungen aus den NederlandenVoedselvoorziening voor bezerringVERARMEND NEDERLANDbetaald hadden.! Dit waren gezinnen waarin de netto-inkomsten (minus de loonbelasting dus) per week varieerden van f 36 tot f 45; de nettojaarinkomsten varieerden derhalve van f I 872 tot f 2 340 - gemiddeld bedroegen zij f 2 180. Houdt men nu in het oog dat landelijk ca. 45 % van de aangeslagenen een belastbaar jaarinkomen had van rninder dan f 2 000, dan is duidelijk dat de in Den Haag onderzochte groep bepaald niet tot het arme deel van de bevolking behoorde. Welnu, de meest verrassende uitkomst van dit onderzoek was dat de feitelijke voeding van deze groep, het werkelijke verbruik dus, de toegekende rantsoenen vrij aanzienlijk overtrof. Dat verbruik was voor vlees en kaas maar heel weinig hoger geweest: I, resp. 2%, maar er was 5% meer brood en beschuit verbruikt, 7% meer boter en margarine, I I % meer melk, 15 % meer grutterswaren en niet minder dan 45 % meer aardappelen.