Gehele bevolkingsgroepen kwamen dus in nood te verkeren. Daarbij denken wij niet alleen aan de werklozen die eind '41 gemiddeld per week f 14 steun ontvingen", aan de ca. tachtigduizend armlastige gezinnen enregistreerde werklozen (van wie 59000 in de werkverruiming geplaatst waren), eind '43 12000 geregistreerde werklozen (bijna 6 000College van Secrerarissen-CeneraalDisrriburieFrederiks, K. J.Hooykaas, J. P.HurenInkomens en lonenLevensonderhoud, kosren vanLouwes, S. L.WerkverruimingVERARMEND NEDERLANDde ca. vijfentwintigduizend alleenwonende armlastigen", aan de tweehonderdzestigduizend rentetrekkenden onder de Invaliditeits-, de Ouderdoms- en de Weduwenen wezenwet - neen, bij deze groepen die tezamen eind '41 (toen er nog honderddertigduizend werklozen waren) minstens IO% van de bevolking omvatten, moet men de veel bredere groep optellen van al diegenen (mèt hun gezinnen) die ondanks het feit dat zij als valide loontrekkenden in het productieproces opgenomen waren, toch niet genoeg verdienden om tot de aanschaffingen over te gaan waarop zij recht hadden.