Kort tevoren was het Centraal Distributiekantoor tot eenzelfde slotsom gekomen. Er werd hierover mededeling gedaan aan enkele journalisten, overigens niet ter publikatie. De Haagse correspondent van De Tijd gaf die mededeling begin december '41 schriftelijk aan zijn hoofdredactie door: 'Volgens berekeningen van de distributiedienst kan. thans 54% van de Nederlandse bevolking haar bonnen niet meer inwisselen ten gevolge van de prijsstijging'" - men moet dit natuurlijk lezen als: niet meer al haar bonnen inwisselen. Hoe men aan die 54% gekomen is, weten wij niet; het lijkt ons een hoog percentage. Wij beschouwen het in elk geval als een vaststaand feit dat in de tweede helft van '41 in tussen een derde en de helft van alle gezinnen niet voldoende verdiend werd om naast de onvermijdelijke vaste uitgaven (bijvoorbeeld aan huur, gas, electriciteit, brandstof) ook nog elke week het volledige distributiepakket te kopen." Hoe hoog de nood in sommige arme wijken toen al gestegen was, moge hieruit blijken dat in augustus '41 in Den Haag bij minstens twee gelegenheden groepen van enkele honderden vrouwen bakkerskarren omverwierpen en plunderdenH.Hirschfeld: 'Loonpeil en minimum-kosten van levensonderhoud'febr.(Csg: stukkenJ. Hetzler: Informatie voor de hoofdredactie vandec.p.(DoeHet was, dunkt ons, deze factor die er in belangrijke mate toe bijdroeg dat zoveel tienduizenden in'vrijwillig' werk bij de Wehrmacht of in Duitsland aanvaardden. Onder hen waren velen dieCentraal Disrriburiekanroor (CDK)College van Secrerarissen-CeneraalDisrriburieHetzler, J.Inkomens en lonenLevensonderhoud, kosren vanPers, legaleDe TijdZwarte handel/marktVERARMEND NEDERLAND('die in der NĂ¡he anwesende Polizei griff nicht ein', verzuchtte de Sicherheits dienstl) - wel te verstaan: die plundering vond niet plaats omdat er te weinig brood was maar omdat velen in de betrokken wijken geen geld meer hadden om brood te kopen. 'Dat de situatie in de latere jaren verbeterde', was, aldus Pruijt, 'een gevolg van de inschrompeling van het minimumpakket en van de stijging van de inkomens van de laagst betaalde groepen.f