Nu moet men in het oog houden dat wij in het voorafgaande de zwartemarkt-prijzen uit de grote steden in het westen weergaven. Bij de clandestiene verkoop van agrarische producten door de boeren en tuinders golden over het algemeen aanzienlijk lagere prijzen. In het zuiden, oosten en noorden des lands vroeg zelfs een groot deel van de boeren en tuinders niet of nauwelijks meer dan wat zij bij aflevering officieel ontvangen zouden hebben. Wanneer de schatting juist is dat in de loop van de jaren '40-'
44 gedeelten van de agrarische productie die misschien opliepen van gemiddeld 5 à ro% in '41 tot 20 à 3 a % in de eerste helft van' 44, niet in distributie gekomen zijn, dan is ook duidelijk dat voor een groot deel van deze elandestien verkochte waren geen 'zwarte-markt-prijzen'
gevraagd zijn: was dat wèl het geval geweest, dan zouden er maar weinig kopers zijn geweest. Natuurlijk, de tienduizenden burgers die in de zomer van '43 naar de Betuwe trokken om er kersen te kopen, tegen matige prijzen overigens, konden zich één keer wel zulk een escapade veroorloven (de treinreis kostte ook geld l), maar wij achten het uitgesloten dat de tuinders bij de grote steden die, vervoersverbod of geen vervoersverbod, aan hele stoeten huisvrouwen groente leverden, daarvoor exorbitante prijzen gevraagd hebben. Integendeel: men trok naar de tuinder omdat de groenteman een zwarte prijs vroeg die men niet betalen kon.