Er zal nog blijken dat het door het verzet van Nederlandse ambtelijke instanties in de praktijk niet mogelijk was, aan dit uitgangspunt de hand te houden. Zo ver zijn wij nog niet. Ons kwam het er op aan, in deze inleidende paragraaf drieërlei te onderstrepen: ten eerste dat de voornaamste besluiten waarnit de economisch-sociale neergang van bezet Nederland resulteerde, niet door het Reichskommissariat genomen werden, maar te Berlijn; ten tweede dat het met de relatief bevoorrechte behandeling van 'Germaans'
Nederland spoedig gedaan was; ten derde dat bij aile Duitse autoriteiten die
Zast: 'BerichtJuli und August
(Zast,
AdministratiefVerzet
Arbeidsinzet
Fiebig, R.
Handel (Nederland)
Leveranties, verplichte
Speer, A.
Zentralaufiragsstelle
het in Berlijn voor het zeggen hadden, op den duur één ding voorop kwam te staan: hoe persen wij ten bate van Duitslands oorlogsinspanning het uiterste uit Nederland? Op welke wijze dat getracht en in veel opzichten ook bereikt is, zullen wij nog met tal van bijzonderheden weergeven. Samenvattend willen wij hier slechts vermelden dat in de lente van '44 naar schatting een half miljoen Nederlandse arbeiders buiten Nederland werkzaam was ten behoeve van Duitsland; dat in die tijd de totale Nederlandse agrarische productie gedaald was tot ca. driekwart van het vooroorlogse peil en de industriële tot ca. de helft; dat van de geslonken agrarische productie (grondslag van de voedselvoorziening) ongeveer een tiende aan Duitsland moest worden geleverd en van de industriële productie misschien wel de helft, en dat (zo voegen wij toe) door de geldende betalingsregelingen, door de opgelegde financiële bijdragen van de staat aan de Duitse oorlogvoering, en met name door de koppeling van de gulden aan de Reichsmarl: was komen vast te staan dat Nederland na afloop van de tweede wereldoorlog een gigantische financiële vordering op Duitsland zou hebben die niet meer waard zou zijn dan het papier waarop men haar zou kunnen specificeren,