Het afbreken van de steenkool- en energievoorziening bracht op de genoemde sectoren een grote schok teweeg. Op allerlei manieren trachtte men zich te redden. Men behoefde zijn bedrijf niet te sluiten en evenmin zijn arbeiders te ontslaan - welnu, een groot aantal fabrikanten hield het bedrijf in stand door met reparatiewerkzaamheden en het vervaardigen van surrogaat-producten die geen of weinig brandstof of energie vergden, althans de meeste arbeiders aan het werk te houden. Elders behielp men zich met andere brandstof dan steenkool. In de textielindustrie werden 'kapitalen verbruikt in het stoken van bruinkool, turf en stobben, zelfs van takkenbossen en stro." Enkele Groninger strokartonfabrieken werden twee weken lang met turf gestookt - men overwoog per jaar 600 000 kubieke meter turf te stoken, maar zette dat plan niet door; het zou ook voorlopig geen soelaas geboden hebben want die turf zou eerst nog moeten drogen.ê In sommige bedrijfstakken was de geest zo collegiaal dat men de Duitse orders en de daarmee corresponderende hoeveellieden steenkool en energie over alle bedrijven verdeelde; dan behoefde dus geen enkel bedrijf gesloten te worden.
Departement voor de algemene oorlogvoering van het koninkrijkEnergievoorzieningGroningen, stadSteenkoolSwarttouw, C. N. F.VerfleehtungVERARMEND NEDERLANDVoor de stilgelegde bedrijven kondigde Hirschfelds departement een steunregeling af, voor de arbeiders deed de Nederlandse overheid niets.'