Dit rijksbureau heeft, schijnt het, de eerste twee bezettingsjaren niet veel weerstand geboden aan de Duitse eisen en van het bedrijfsleven een strikt naleven van alle voorschriften verlangd, ook wanneer die evident tegen het Nederlands belang ingingen. 'Door schade en schande wijsgeworden'
(aldus Swarttouw) 'gooide men ill de zomer van'
42 het roer om.'! Dat bij de bedrijven voorraden weggewerkt werden (die dan op de een of andere wijze aan de Nederlandse consument ten goede kwamen), zag men nadien door de vingers; naarmate meer vervangingsgrondstoffen gebruikt werden, kon men handiger met de z.g. afvalpercentages manipulerenvan een deel van de 'afval'
werden dan wel degelijk bruikbare weefsels vervaardigd. Helaas deed die tegenwerking zich nogallaat voor; juist in de periode waarin er nog wèl grondstoffen waren, had men daarvan een groot deel gebruikt voor de Duitse orders.