Dat is juist. Gelijk gezegd: alom de productie mogelijk te maken van de middelen die het voor zijn eigen levensonderhoud nodig heeft, werkt elk volk in een bezet gebied óók ten behoeve van de bezetter. Zet zijn eigen regering in ballingschap de oorlog voort, dan verleent het de vijand hulp en benadeelt het de staat tegenover die vijand - past hier dan ook die andere term die in artikel r02 van het Wetboek van Strafrecht voorkwam: 'opzettelijk'
? Ja, voorzover men weet wat men doet, maar er stak in de situatie waarin het Nederlandse bedrijfsleven was komen te verkeren, een element van dreiging dat in het begrip 'opzet'
niet verdisconteerd wordt. Ook mag men niet uit het oog verliezen dat de secretarissen-generaal, de ondernemers en de vakbondsleiders, toen zij zich in '40 in de economische collaboratie schikten, toch niet de politieke doeleinden onderschreven die de vijand zich gesteld had. Had men cellaboratie in de zin van het op enige wijze bijdragen tot de versterking van het Duitse oorlogspotentieel strafbaar gesteld, dan had men na de oorlog vrijwel het gehele Nederlandse volk voor de rechter moeten dagen - een absurd en trouwens ook onbillijk denkbeeld.