Op 21 januari werd de datum der operatie bepaald: de eerstvolgende dinsdag, 25 januari. Natuurlijk moest Poort rekening houden met de mogelijkheid dat 'de SD'
achter zijn rol zou komen hetgeen zou kunnen leiden tot een grondige doorzoeking van het bureau van de evacuatiedienst. Op maandag riep hij er zijn stafbijeen en zei hun dat zij er voor moesten zorgen dat zich van dinsdag afin het bureau voorlopig geen sporen zouden bevinden van illegaal werk. Het bureau werd opgeruimd ('schoongemaakt'
, zoals dat heette). Natuurlijk was Poort zich bewust dat hij met zijn opdracht aan zijn staf een zeker risico nam. Als de 'kraak'
de volgende dag, dinsdag, zou slagen, kon elk van zijn medewerkers vermoeden dat hij in het komplot geweest was. Met die opdracht bracht hij zichzelf in gevaar alsook het door hem geleide LO-werk - maar liet hij die opdracht achterwege, dan zouden medewerkers in gevaar kunnen komen en dan zou het LO-werk 66k schade lijden. Geen vorm van illegale activiteit was er waarbij men niet telkens risico's tegen elkaar moest afwegen. Wat in dit geval bij Poort de doorslag gaf, was zijn vertrouwen dat zijn staf eventuele vermoedens met betrekking tot hèm voor zich zou houden.