Tegen één uur waren de chef-bevolking en de chef-burgerlijke stand vrijgelaten. Zij rapporteerden onmiddellijk dat hun de sleutel van de kluis ontnomen was. Men ging daar kijken (de kluis was-dicht, een tweede sleutel was er niet), de politie-agenten in de secretarie hadden niets verdachts opgemerkt - per extra-politiebericht werd louter doorgegeven dat de sleutel ontvreemd was; 'de kluis'
, zo heette het, 'bleef echter onaangeroerd.'
Inmiddels was de chef-burgerlijke stand naar het station meegenomen; misschien zou hij er onder het wachtend publiek de 'belastingambtenaren'
herkennen. Inderdaad kwam hij er met één hunner oog in oog te staan - de chef-burgerlijke stand gaf geen enkel teken van herkenning.