De volgorde die wij in de nu komende vier hoofdstukken onderling en binnen elk hoofdstuk apart aanbrengen, is (als elke volgorde) betrekkelijk willekeurig en bovendien, voorzover zij systematisch is, eigenlijk in strijd met het feit dat wij organisaties gaan behandelen die gelijktijdig tot ontwikkeling of tot verdere ontwikkeling kwamen. Enige rechtvaardiging heeft onze systematische aanpak wèl, en dat nog afgezien van het feit dat hij, naar wij hopen, voor de lezer het gemakkelijkst te volgen is: de verschillende vormen van illegaal werk hebben zich in ruime mate los van elkaar ontwikkeld. Een beschrijving welke voor haar hoofdindeling van die verschillende vormen uitgaat, heeft dus in dat opzicht aanraking met de historische werkelijkheid. Waar dan te beginnen? Bij de illegale pers, de spionage, de 'pilotenhulp'
, de sabotage? Neen, wij willen eerst het aspect behandelen dat als titel boven dit hoofdstuk staat: de hulp aan onderduikers. Die titel is overigens onvolledig. Het gaat ons namelijk niet alleen om de tallozen (uiteindelijk honderdduizenden) die ter bescherming van hun leven of teneinde niet in Duitsland te moeten werken, 'passief'
onderdoken in de samenleving, het gaat ons ook om de illegale werkers, d.w.z. om die tienduizenden die 'actief'
tegen de bezetter ageerden. Velen van die illegale werkers waren óók ondergedoken, d.w.z. hadden zich losgemaakt van hun vroegere 'officiële'
bestaan - dat gold evenwel lang niet voor allen. KP-leider van Zanten leefde ondergedoken en hetzelfde zal wel bij de meesten van zijn KP' ers het geval zijn geweest, maar de illegale werker die het plan voor de Tilburgse 'kraak'
bedacht had, Poort, zette, al was hij dan ook een prominent functionaris van de illegale LO, zijn 'officiële'
bestaan voort. Niet alle illegalen leefden dus ondergedoken en uit de rijen der onderduikers nam slechts een minderheid aan het illegale werk deel. Hoe dat zij, ons onderwerp: de hulp aan onderduikers, sluit de hulp in die de illegaliteit zichzelf verleende. Elke 'actieve'
illegale werker had namelijk, zeker als hij zich van zijn vroeger bestaan losgemaakt had, precies hetzelfde nodig als een 'passieve'
onderduiker: echte of nagemaakte distributiebescheiden, echte of nagemaakte identiteitspapieren, geld, één of meer onderduikadressen - èn personen (of organisaties) die hem aan dat alles hielpen.