Dat de door Gerrit van der Veen opgerichte falsificatiegroep als 'de Persoonsbewijzencentrale'
aangeduid werd, had zijn goede reden: de groep was begonnen met het namaken van persoonsbewijzen, zulks in de zomer van '42, maar daar bleef het niet bij. De ene falsificatie na de andere werd in productie genomen. Daartoe behoorden paperassen die voor het Z.g. Ariseren van Joden nodig waren (de PBe die van meet af aan een groot deel van zijn nagemaakte pb's aan Joden had doen toekomen, had talrijke relaties in Joodse kringen) maar in de zomer van '43 ook de witte, blauwe en bruine Ausweise.
'De meeste nagemaakte '
bruintjes' waren'
, aldus het verzamelwerk Onderdrukking en Verzet,