Gerrit van der Veen had de actie bij de Algemene Landsdrukkerij heel wel aan de doortastende Badrian kunnen overlaten en het zou ook begrijpelijk zijn geweest als hij dat gedaan had. Toen hij op zaterdagmiddag 29 april '44 aan die '
kraak' deelnam, wist hij namelijk dat hij in de vroege uren van maandagmei leiding zou geven aan de uitvoering van een plan dat hem al maanden beziggehouden had: een overval op het Huis van Bewaring I aan de Weteringschans (eigenlijk: het Kleine-Gartmanplantsoen) te Amsterdam waar zich in de Z.g. Duitse afdeling talrijke arrestanten van de Sicher heitspolizei bevonden. Dat men dergelijke gevangenen zou trachten te bevrijden, sprak voor de illegaliteit vanzelf: men zou zeker van de 'zware gevallen'
het leven redden; ook stak in een bevrijdingsactie een element van zelfbescherming, want men moest er van uitgaan dat de Sicherheitspolizei, naarmate zij gevangenen langer aan haar barbaarse verhoormethoden onder7
Algemene Landsdrukkerij
Amsterdam
Amsterdam. Huizen van Bewaring
Overvallen
Persoonsbewijzencentrale (PBC)
Politiebureaus (en huizen van bewaring), over- vallen
Sicherheitspolizei (und SD)
VAN DER VEENS LAATSTE OVERVALwierp, meer te weten kwam over de organisatie der illegaliteit en.de identiteit van nog niet gearresteerde illegale werkers. Al in de zomer van '43 had van der Veen overwogen, het Huis van Bewaring aan de Weteringschans te overvallen teneinde diegenen die samen met hem het Amsterdamse Bevolkingsregister in brand gestoken hadden, te bevrijden. Hoe ver hij toen met de voorbereidingen gekomen was, weten wij niet - hij had in elk geval de actie niet tijdig genoeg kunnen uitvoeren. Later in '43 ging hij een nieuwe overval met zorg voorbereiden. Grondslag van het plan werd om met gebruikmaking van een vrachtauto (die als vrachtauto van de Wehrmacht gecamoufleerd zou zijn) in de nacht met een groep illegale werkers naar het Huis van Bewaring te rijden, daar naar binnen te dringen onder het voorwendsel dat de Sicherheitspolizei (Badrian zou zich weer voor SS-officier uitgeven) wenste te controleren, dan de wacht te overmeesteren, de 'zware gevallen'
uit hun cellen te halen en dezen met gebruikmaking van de vrachtauto naar diverse onderduikadressen te brengen; elk van de bevrijde gevangenen zou een enveloppe met geld en rantsoenbonnen krijgen. In de loop van december bepaalde van der Veen dat deze operatie uitgevoerd zou worden in de nacht van 24 op 25 december, de Kerstnacht dus. Vermoedelijk ging hij er daarbij van uit dat de Duitse bewakers wel te diep in het glaasje gekeken zouden hebben en dat de Nederlandse wacht die de buitendeur zou moeten openen plus de deur die van de daarachter liggende binnenplaats uit toegang gaf tot het cellengebouw, een extra-controle in de Kerstnacht plausibel zou vinden. Het was een riskante opzet want het was van der Veen bekend dat sinds kort tussen negen uur 's avonds en zeven uur '
s morgens niemand tot het Huis van Bewaring toegelaten mocht worden zonder dat het bureau van Lages daar telefonisch toestemming toe had gegeven. Vermoedelijk nam van der Veen aan dat Badrian degeen die als portier optrad, zou kunnen overbluffen. Hoe dat zij, op 24 december had van der Veen de mannen verzameld die aan de operatie zouden deelnemen - hij vond hen overigens als ploeg 'niet'
bijster geslaagd'< Maar de operatie kon niet doorgaan: er was geen vrachtauto.