1 Aan de organisatie werkten ook veel gematigde christelijke gereformeerden en leden van de Gereformeerde Bond (dat waren hervormden) mee, daarentegen vrijwel geen leden van ds. Kerstens Gereformeerde Gemeenten. Ook bij de andere 'zware'
, d.w.z. zichzelf als bij uitstek rechtzinnig beschouwende gereformeerden was veel weerstand tegen alle illegale werk (verzet tegen 'de overheid'
heette uit den boze) en dus ook tegen de LO. 'Hoe zwaarder'
een groep of een dominé was, hoe groter', aldus in '73 J. Zwaan, tijdens de bezetting medewerker van de LO, 'was het verzet tegen het verzet en de onderduik.tf]. Zwaan: Commentaar op Het Koninkrijk der Nedertanden in de tweede wereldoorlog, deel 5, concept-hoofdstuk 8, p. 4). 2 Die wrevel ontstond in maart '44 wèl in Friesland toen alle plaatsen in de LO-leiding daar na een reorganisatie uitsluitend door Leeuwardenaren ingenomen werden. 'Dit is'
, schrijft Wijbenga, 'waarschijnlijk de grootste fout geweest die de Top heeft gemaakt'
(P. Wijbenga: Bezettingstijd in Friesland, dl. II, p. 237). Sneek 'nam'
dat niet en maakte zich zelfstandig. Hieruit is na de oorlog voortgevloeid dat er naast de Stichting Friesland I940-I945 (die op haar beurt naast de landelijke Stichting I940I945 stond) een Stichting Sneek 1940-1945 kwam.