In de loop van '43 richtte hij een groepje op dat zich op het '
achterom' verkrijgen van persoonsbewijzen toelegde en enkele overvallen ging voorbereiden. Van dat werk uit kwam hij in december in contact met de 'Top'
van de LO. Daar vernam Dobbe van. Voor Dobbe stond vast dat Brune 'fout'
was, ja Dobbe stelde er prijs op, die 'verrader'
bij de eerstvolgende ibespreking persoonlijk neer te schieten. De landelijke leiding van de Knokploegen meende dat daar niet, althans nog niet, voldoende aanleiding toe was: er waren betrouwbare illegale werkers die voor Brune de hand in het vuur staken. De zaak van zijn eventuele liquidatie was nog in beraad toen Brune in januari' 44 opnieuw gearresteerd werd - opnieuw door de Arnhemse Sicherheitspolizei en opnieuw door de interventie van johnny den Droog die nu bevreesd was dat Brune hèm zou neerschieten. Vooral ook in die tweede detentie werd Brune gruwelijk mishandeld, dagenlang. De Sicherheitspolizei was hogelijk ontevreden (wij hebben de indruk dat Brune zich het gehele jaar' 43 door voor haar onvindbaar had weten te maken) - nu moest Brune méér gaan 'presteren'
. Inderdaad legde Brune een uitgebreide bekentenis af en nadat hij eerst nog samen met zijn vriendin (een illegaal werkster die volledig onder zijn invloed stond) een geval van 'pilotenhulp'
verraden had; werd hij na enige tijd vrijgelaten, d.w.z. hij werd in Amsterdam (dat gold als het centrum van de illegaliteit) onder controle van de Sicherheitspolixei in de woning van die vriendin ondergebracht; van daaruit moest hij trachten, oude contacten aan te knopen en nieuwe te leggen. Daarbij was aan Brune duidelijk gemaakt dat als hij het waagde onder te duiken, zijn gehele familie en die van zijn vriendin samen nog met anderen wier namen hij genoemd had (minder belangrijke illegale werkers), naar de concentratiekampen gezonden zouden worden.