Van Wilgenburgs schepping: de Persoonsbewijzensectie, werd voortgezet, zelfs uitgebreid. De 'Top'
van de LO belastte Arnold Omta, gemeentesecretaris van Oldehove (Groningen) die een half jaar tevoren ondergedoken was omdat hij geweigerd had, Bombemoeiher in zijn gemeente onder te brengen, met de algemene leiding van de PBS. Inplaats van van Wilgenburgs werkplaats te Blaricum kwamen er nu verscheidene werkplaatsen elders die in ruime mate zelfstandig aan het werk sloegen, o.m. in Goes,' Breda, Woerden, Barendrecht, Rotterdam, Delft, Leiden, Amsterdam, Arnhem en wildervank. De leiding van de PBS stond daamaast in vast contact met kleine falsificatiegroepen, zelfs met individueel werkende vervalsers. Er was tenslotte praktisch geen tot de LO behorende illegale werker die niet van de LO-functionaris met wie hij verbinding had, een perfect gewijzigd persoonsbewijs kon krijgen. Hij moest er soms wel even op wachten; vooral toen door de Spoorwegstaking de treinen tot stilstand gekomen waren, namen binnen de illegaliteit de contacten, voorzover zij van plaats tot plaats gelegd moesten worden, meer tijd in beslag.