Begin '44 werden dus, gelijk vermeld, door de LO alleen al in Amsterdam direct of indirect 18 000 bonkaarten uitgereikt aan illegale werkers en onderduikers - hoeveel zijn in totaal maandelijks door de LO gedistribueerd? De organisatie had de tijd niet om die cijfers bij te houden; wij kunnen slechts afgaan op naoorlogse schattingen en op één uit de oorlog daterend gegeven: door het verraad van de koerierster van van Vliet vielen de Sicherheitspolizei namelijk in de zomer van '44 enkele door de LO opgestelde cijferstaten in handen die men aantreft in het nummer van de "Meldungen aus den Nieder landen' dat op 15 augustus' 44 in circulatie kwam. Die staten werden door de Sicherheitspolizei verkeerd geïnterpreteerd. Zij meende namelijk de cijfers te zien van de aantallen inlegvellen die na de geldigverklaring van de tweede distributiestarnkaart door de LO per provincie verworven zouden zijn: in totaal öa 190 inlegvellen, maar die cijfers hadden alleen betrekking gehad op de aantallen inlegvellen die de LO verwacht had, 'achterom'
te kunnen verwerven. hl tweeërlei opzicht waren de cijfers onvolledig: de LO-districten hadden ten eerste aan het Centraal Bureau slechts schattingen kunnen opgeven en vooral in de zomer van '44 werden die schattingen door de medewerking die men van de distributiediensten ondervond, als regel overtroffen, en ten tweede had de Sicherheitspolizei er niet op gelet dat enorme aantallen inlegvellen door de 'kraken'
aan de LO ter beschikking gesteld werden en dat de inlegvellen ook nagedrukt werden. Uit andere inbeslaggenomen staten had de Sicherheitspolizei opgemaakt dat de LO 'augenblicklich' voor bijna honderdtwintigduizend onderduikers zorgde waarmee zij op illegaal gebied 'die augenblicklich aktivste und [uhrende Organisation' zou zijn geworden- - in werkelijkheid was dat cijfer: 120 000, allang gepasseerd.