Alweer: het leggen van die band geschiedde niet van de ene dag op de andere maar nam enkele maanden in beslag. De eerste Knokploegen hadden niet alleen een regionaal karakter maar stelden zich ook regionale taleen: men wilde in de streek waar men woonde, delen van het bij het beleid van de bezetter ingeschakelde Nederlandse overheidsapparaat vernietigen dan wel de onderduikers in die eigen streek met 'gekraakte' distributiebescheiden te hulp komen. De eerste Friese Knokploegen richtten hun eerste acties op het vernielen of roven van de administratie der Plaatselijke Bureauhouders {de vertegenwoordigers van het rijksbureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd), zulks vooral met het oog op de inschakeling dier bureauhouders bij de organisatie van de arbeidsinzet, en met het oog op diezelfde inschakeling werd eind juni' 43 door een Friese Knokploeg de kartotheek van het GAB-Leeuwarden buitgemaakt. Ook de Westlandse KP die door een tuinder uit Naaldwijk, Leendert M. Valstar, geleid werd, begon met het 'kraken' van de administratie van een Plaatselijke Bureauhouder: die te Naaldwijk. Een Groninger KP daarentegen, geleid door de gebroeders Pieter en Jacob P. Gootjes (de eerste was student in de medicijnen, de tweede was distributieambtenaar geweest), richtte haar eerste actie op de distributiedienst in het Friese Langweer; door de hulp van een ambtenaar aldaar plachten onderduikers in Groningen 'achterom' bonkaarten te krijgen; de man nam aan dat die hulp bij de eerstvolgende controle ontdekt zou worden, en toen de Groninger Knokploeg volgens een met hem gemaakte afspraak zijn kantoor kwam 'kraken', dook hij onder. Een groot aantal losse bonnen, ca. 5 000 bonkaarten en 800 inlegvellen vielen in handen van de Groninger KP. Pieter Gootjes kende een andere student, Reinoud Roukema, en Roukema wist van het werk van ds. Slomp af. Gevolg was dat de buit uit Langweer goeddeels aan de landelijke 'beurs' van de LO doorgegeven werd. Dat opende perspectieven! Op de 'beurs'-vergadering die op 26 juniplaatsvond,AdministratiefVerzetArbeidsinzetDisrriburiekanroren (overvallen)FrieslandGootjes, J. P.Gootjes, P.Knokploegen (KP)Landelijke Knokploegen (LKP)LangweerNaaldwijk, ]OvervallenPers, legalePlaatselijke BureauhoudersRoukema, R.Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in OorlogstijdSlomp, F. (Trits de Zwerver)EERSTE KNOKPLOEGEN HULP AAN ONDERDUIKERSleggen met Knokploegen als die van de gebroeders Gootjes.' De Knokploegen die hij wist op te sporen, waren niet alle tot medewerking bereid. Een van de felste en meest aggressieve groepen bijvoorbeeld, de KP-Meppel (dit was een groep die in Drente in de zomer van '43 boerderij en van NSB'ers in brand ging steken en gevaarlijk geachte NSB' ers ging liquideren), voelde er niets voor om de buit van overvallen in Drente en omgeving aan onderduikers buiten Drente ten goede te laten komen, 'men gaf er de eigen onderduikers liever twee bonkaarten dan het surplus af te dragen voor bijv. Amsterdam dat er tekort kwam. De Top' (de landelijke leiding) 'kon daar woedend om worden maar Drente had er maling aan_'2 Soms waren het in de zomer van '43 provinciale LO-Ieiders die de opbrengst van 'kraken', door regionale Knokploegen uitgevoerd, in handen kregen: zo kwam een deel van de distributiebescheiden die eind juli '43 in Huizen (Noord-Holland) 'gekraakt' waren door een groepje Amsterdamse studenten en enkele leden van een andere zelfstandige organisatie, de Oranje-Vrijbuiters, bij de LO leiding in Utrecht en Zuid-Holland rerecht." De leiding van de LO had in die tijd dus nog geen eigen Knokploeg. Tot de oprichting daarvan werd op 14 augustus' 43 te Amersfoort besloten. Roukema kreeg opdracht, voor de vorming van één of meer Knokploegen te zorgen, en toen hij door een maagbloeding uitgeschakeld werd, namen twee leden van de leiding, Hilbert van Dijk en Izaak van der Horst (beiden kwamen uit Kampen, de eerste was er banketbakker geweest, de tweede klerk op een notariskantoor), de opdracht over. Zij zaten evenwel al tot over hun oren in het LO-werk, en de centralisatie van bestaande Knokploegen en de vorming van nieuwe
AmersfoortDisrriburiekanroren (overvallen)DrenteDijk, H. vanGootjes, J. P.Gootjes, P.Het Grote Gebod. Gedenkboek van het verzet in LO en LKPHorst, I. van derHuizen (NH)KampenKnokploegen (KP)Landelijke Knokploegen (LKP)Liquidanes (van 'foute' personen)MiddelsrumNationaal-Socialistische Beweging (NSB)Oranje-VrijbuitersOrdnungspolizeiOvervallenRoukema, R.Rijen, A. J. H. F. van (ps. Rogier van Aerde)SabotageSicherheitspolizei (und SD)Utrecht, provincieVeen, G. J. van derVerraadZuid-Hollandten dienste van de LO werden toen vooral ter hand genomen door Leendert Valstar en door een ondergedoken beroepsmilitair, Liepke Scheepstra. 'De bundeling leverde toch', aldus Het Grote Gebod, 'grote moeilijkheden op. Eerst die om contact te krijgen, vervolgens om het wantrouwen te overwinnen. Daar kwam nog bij dat het gewapend verzet voordien het sterkst getekend was door min of meer onverantwoordelijke daden' (dit sloeg o.m. op sommige acties van de KP-Meppel l) 'en soms een mentaliteit weerspiegelde welke evenwichtige en principiële werkers tegen de borst stuitte' (wat voor zin had het in brand steken van boerderijen van NSB' ers ?). 'En daar kwamen nu de montere Hilbert, Jacques' (illegale naam van van der Horst) 'die de voorzichtigheid en verantwoordelijkheid zelve leek, de rustige, energieke Bob' (Scheepstra) 'of de sterke, vastberaden Bertus' (Valstar) 'met de verbindingen en de autoriteit van de landelijke organisatie achter zich. Zij onthieven de mensen van de verantwoordelijkheid voor hun opdracht, zij gaven hun de garantie voor hun levensonderhoud en wapenvoorziening en bovenal het vaste vertrouwen dat het werk zuiver bleef en volledig diende tot het doel waartoe het ondernomen werd": de onbaatzuchtige hulp aan illegale werkers en onderduikers.