In totaal kwamen er in de periode zomer' 43-zomer '44 ruim zeshonderd illegale werkers die in het verband van de Landelijke Knokploegen (LKP) opereerden; hun gemiddelde leeftijd was acht-en-twintig jaar en de meesten (omstreeks drie-vijfde) waren ongehuwd. Elke Knokploeg telde zes tot vijftien man er waren dus tientallen Knokploegen. Onder die KP' ers bevonden zich nogal wat ex-militairen, 'eerste- en tweede luitenants waren er', vertelde Scheepstra later, 'vrij veel, evenals lager kader, waaronder ook nog aardig wat beroepspersoneel zat'! - dat waren dus allen personen die zich aan de wegvoering als krijgsgevangene naar Duitsland hadden kunnen onttrekken. De samenstelling was overigens zeer gevarieerd. Van valstars Westlandse KP maakten deel uit: drie tuinders, een vertegenwoordiger, een koopman, een ambtenaar, een leerling van een middelbaar teclmische school, een veeboer, twee landbouwers, een chauffeur, twee politiemannen, een bakker en een fabrieksarbeider. 'Zeer opvallend was het', aldus Het Grote Gebod,'dat deze vijftien- 'jongens' zonder uitzondering behoorden tot de Gereformeerde Kerk'2 - 'opvallend' omdat zulks allerminst regel was. Zo
Gereformeerde KerkenHet Grote Gebod. Gedenkboek van het verzet in LO en LKPLandelijke Knokploegen (LKP)Loon, K. vanScheepsrra, L.Sicherheitspolizei (und SD)Valstar, L.HULP AAN ONDERDUIKERSwas in Utrecht wel één van de Knokploegen 'zo goed als geheel gereformeerd', maar een andere, de KP-Veenendaal, had 'een sterk socialistische inslag'," Een van de Friese Knokploegen die uit vier Friezen, twee Hollanders en een Groninger bestond, telde drie hervormden, twee gereformeerden, één onkerkelijke en één KP' er die 'afwisselend rooms-katholiek, gereformeerd en onkerkelijk (was). De geloofsverschillen tussen ons speelden', zo de Groninger, 'geen rol ... Allen waren wij Nederlanders.Iê In de Zeeuwse KP (die hoofdzakelijk in Zeeuws-Vlaanderen actief was) zaten 'theologische, juridische, medische en teclmische studenten, boeren, politiemannen, winkeliers, handelsmensen, een muziekleraar, een directeur van een hbs, een leraar van een ambachtsschool, enz. '3 Zij die tot een Knokploeg toetraden, waren zich bewust dat zij 111m leven op het spel zetten. Het schortte hun niet aan moed - het schortte hun aanvankeiijk wèl aan de eerste, meest vitale hulpmiddelen die zij voor hun operaties nodig hadden: wapens, speciaal de pistolen en revolvers die men gemakkelijk kon verbergen. Uit Engeland hadden die wapens geleverd kurmen worden door de Special Operations Executive maar niemand in Londen was in '43 van het bestaan' der Knokploegen op de hoogte. Omgekeerd kwam de leiding van de LO/LKP er ook niet toe, spoedig een boodschapper naar Engeland te zenden - wij zien dat als een aanwijzing dat zij vertrouwde om, zij het met grote moeite, in bezet gebied in het wapentekort te kurmen voorzien. Enkele wapens hadden ook de eerste Knokploegen wèl, maar te weinig. Er zijn overvallen uitgevoerd met houten 'pistolen'; soms suggereerde een KP' er met een gestrekte vinger dat hij een wapen in