1 Kees Bauer in a.v., dl. I, p. 514. 2 P.]. Stavast: Een doodgewone KP'er (1965), p. 138. 3 Rudolf van Reest in Het Grote Gebod, dl. I, p. 566. In Het Grote Gebod, deel II, pag. 616, werden twee staten afgedrukt van de beroepen die uitgeoefend waren door de bijna zeventienhonderd leden van de Knokploegen en van de LO die in de illegale strijd om het leven kwamen. Het Grote Gebod vermeldt de volgende kategorieën en aantallen omgekomenen: ambtenaren 250 (van wie 53 van de distributiediensten en 52 van de bevolkingsregisters), burgemeesters 8, politie SI, marechaussee 72, beroepsmilitairen 21, overheids- en semi-overheidsbedrijven 46, particuliere bedrijfsleven 864 (onder wie 540 werkgevers, directieleden c.q. kleine zelfstandigen en 324 personeelsleden), vrije beroepen 109, sociale instellingen 8, onderwijs 76, studenten 89, scholieren 61, zonder beroep 16. Er bevonden zich onder hen allen 22 vrouwen en 86 academici.