Al het feit dat de inkomsten van de gezinnen van gezagvoerders en scheepsofficieren beknot waren, had er tegen de achtergrond van minister Steenberghe' s toezegging toe geleid dat enkele comité'
s gevormd waren om die gezinnen regelmatig financieel te helpen. In Rotterdam werd het initiatief genomen door een medewerker van de afdeling personeelszaken van de Holland-Amerika-Lijn, C. Trapman, die evenwel, druk bezet als hij was (hij zamelde ook geld voor politieke gevangenen in), het leggen van contacten voor wat 'de Zeemanspot'
genoemd werd, spoedig overliet aan een gezagvoerder van de Holland-Amerika-Lijn, Abraham Filippo.! Er bleek aan Filippo dat ook elders, o.m. in Dordrecht en Amsterdam, comité's opgericht waren om voor de gezinnen van zeevarenden te zorgen- trouwens, daar kwamen per I februari '42 de gezinnen van het marinepersoneel bij; Seyss-Inquart had namelijk bepaald dat ook hun maandelijkse uitkeringen (zij ontvingen die van het Afwikkelingsbureau van defensie) tot de genoemde bedragen verlaagd moesten worden. Wat de actie in Amsterdam betrof, kwam Filippo vooral in aanraking met een firmant van een bankiers- en effectenkantoor te Zaandam, Walraven van Hall, die een tijdlang koopvaardij-officier geweest was bij de Koninklijke Hollandse Lloyd. Er was in Amsterdam evenwel nog een tweede groep aan het werk, door de onderwijzer J. Lootsma geleid - die tweede groep (die naar Lootsma's illegale naam als de '
groep-Bakker' aangeduid werd) was van Eindhoven uit opgericht waar onder Ieiding van de oud-marine-officier lman J. van den Bosch, algemeen procuratiehouder van de afdeling buitenlandse expeditie der Philipsfabrieken, een organisatie opgericht was die hetzelfde werk deed als de 'Zeemanspot'
Lootsma kwam in de herfst van '42 tot een soort werkverdeling met Walraven van Hall en wij nemen aan dat van Hall bij die gelegenheid ook van het werk van van den Bosch vernomen heeft; rechtstreeks contact met van den Bosch had hij toen vermoedelijk nog niet doordat deze juist in die tijd Eindhoven moest verlaten aangezien de Sicher heitspolizei ontdekt had dat hij gegevens over de Philipsfabrieken (hij wist door zijn functie precies wat aan Duitsland geleverd werd) naar Engeland had trachten door te geven; hij was in Groningen ondergedoken.