Alweer: heel deze arbeid was in '43 opgezet op grond van een in bezet gebied genomen initiatief en zonder overleg met of steun van de regering te Londen. Misschien mogen wij echter in zoverre toch wèl van steun spreken dat de van Halls en van den Bosch wisten dat wat door de 'Zeemanspot'
uitgegeven werd, door de regering gerestitueerd zou worden - dat gaf aanleiding tot de verwachting dat de regering (die immers bij monde van de minister-president tot onderduiken aangespoord had) óók bereid zou zijn, gelden die geleend zouden worden ten behoeve van de steun aan onderduikersgezinnen (èn aan Joodse onderduikers 1) en aan de illegaliteit, na de bevrijding terug te betalen. Voor hen stond vast dat een officiële mededeling daaromtrent, eventueel een bewijsstuk, niet alleen de inzamelingsacties met name in de wereld van de banken en andere grote maatschappijen belangrijk zou vergemakkelijken, maar bovendien de positie van het NSF in de vaak moeizame besprekingen met andere illegale groepen versterken. De 'bankier van het verzet'
had, zou men kunnen zeggen, voor zijn uitgaven behoefte aan een regeringsgarantie.