Wat vernam Londen? Niets. Steens zender zweeg en. de geheime agent zelf, die bij de Haagse politie gediend had, werd medio maart op straat toevallig herkend door een 'foute' collega en prompt gearresteerd.ê Maandenlang verkeerde Londen in onzekerheid of de garantie ontvangen was en zo ja, door wie, en hoe het gegarandeerde bedrag besteed werd. In april ging terzake een telegram naar de aD uit - maar dat werd niet ontvangen en het Bureau Inlichtingen kreeg dus geen antwoord. Het werd augustus voor pater Bleys (die in mei in Zwitserland het eerder vermelde rapport over de La geschreven had) in Londen kon bevestigen dat de La, voorzover nodig, voor 'haar' onderduikersgezinnen geld van het Nationaal Steunfonds kreeg - Bleys plaatste overigens bij de werkwijze van het NSF verscheidene vraagtekens. Dat hadden in het zuiden van het land ook anderen gedaan: zij vonden vooral het werken met de 'Schadeformulieren ongevallenverzekering' onverantwoordelijk. Gelderblom die het zuiden in de algemene leiding van het NSF vertegenwoordigde (hij trad er voor het NSF ook als 'lening-agent' op), had daardoor met menigeen last gekregen maar met niemand meer dan met de Maastrichtse bankdirecteur G. J. Kuiper, die toen lid was van de provinciale leiding van de La in Limburg. Kuiper vond dat in die provincie de fmanciële steunverlening aan onderduikers en de gezinnen van bezettingsslachtoffers in het algemeen goed geregeld was - hij had geen enkele behoefte aan bevoogding door een aantal heren uit andere delen des lands; trouwens, hij betwijfelde hun bekwaamheid, hun deskundigheid en hun geschiktheid voor het illegale werk (vooral het werken met de 'SchadeDe83ArrestariesBleijs, L. A.Bureau Inlichtingen (BI)Gelderblom, A. J.Gerbraody, P. S.Hall, G. vanHall, W. vanKuiper, G. J.RadiodienstRegering, Nederlandse, in LondenTrip, L. J. A.HULP AAN ONDERDUIKERSformulieren ongevallenverzekering' achtte hij hoogst onvoorzichtig) - hij betwijfelde óók de authenticiteit van Gerbrandy's brief waarvan hem eind maart of begin april door Gelderblom (die langzamerhand van Kuipers obstructie genoeg had) wel mededeling gedaan was maar die hij nooit onder ogen had gekregen. Hij, Kuiper, was van mening dat het NSF (er zat geen katholiek in de leiding 1) onder toezicht geplaatst moest worden van een Nationaal Financieel Comité dat hij graag een 'verzuild' karakter zou geven en waarin hij ook enkele hoofdambtenaren van Financiën wilde opnemen; dat comité zou dan voorts als een van haar richtlijnen moeten a~ouden dat personen die er communistische sympathieën op nahielden, géén steun zouden ontvangen.