Aan wie moest Steen (die als hoofdtaak gekregen had, als geheim agent voor Jan Thijssens Radiodienst te fungerenĂȘ) die garantie overhandigen? Homan had op van den Bosch gewezen en op diens naaste medewerkster (secretaresse/koerierster) van wie hij althans de voornaam kende: 'Miep'
(mej. M. H. J. de Wilde).3 Maar waar in Nederland zaten van den Bosch en "Miep' ? Het was van Houten die adviseerde, de geheime agent Steen in eerste instantie naar de directie van het Haagse bijkantoor van de Nederlandse Handel-Maatschappij te laten gaan (voor haar kreeg Steen een .introductie mee) - van Houten vertrouwde dat van den Bosch en/of'Miep'
via die directie opgespoord konden worden. Steen kreeg de strikte instructie, de hoogst belangrijke microfoto slechts aan van den Bosch of'Miep'
af te geven. Waar van den Bosch ondergedoken was, kon de Haagse directie van de Nederlandse Handel-Maatschappij aan Steen niet vertellen en ze zag ook geen kans, van den Bosch of'Miep'
op te sporen. Nu had Steen als tweede 'aanloopadres'
het adres van Walraven van Hall gekregen van wie Linthorst Homan wist dat hij met van den Bosch samenwerkte. Welwas van Hall ondergedoken maar heel af en toe bezocht hij nog zijn gezin in Zaandam;