De tweede illegale drukkerij was 'completer'
dan de drukkerij 'David'
: ze bezat namelijk ook een zetmachine. Ze werd in de herfst van '43 ingericht in het hondenpension van mej. E. Plate te Blaricum. De drukpers, een gevaarte van zes ton, kwam (uiteraard bij gedeelten) uit Hilversum, de zetmachine was aangevoerd uit Andijk. Deze drukkerij was het werk van de jeugdige drukker Henk: veldhuis die begin februari '43 in Meppel de Oranjebode gedrukt had ('no. I' van Trouw) en zich nadien aangesloten had bij de Meppeler Knokploeg die evenwel uiteengeslagen was. Voor zijn illegale drukkerij werkte veldhuis samen met de Duitse emigrant Albert Schlösser,een nauwe relatie van Gerrit van der Veen. Een deel van de oplaag van Trouw werd in die drukkerij vervaardigd, maar zij zorgde ook o.m. voor edities van De Ploeg, De Vrije Katheder en Christojoor. Er was toen naast veldhuis een tweede drukker gekomen, W. Overeem,! en een leerlingdrukker, H. Rieling, Maandenlang ging alles goed, maar het adres in Blaricum werd de Sicherheitspolizei bekend als uitvloeisel van de overval (13 juni '44) op het kantoor van de Persoonsbewijzensectie der LO aan de Nieuwe Zijds Voorburgwal te Amsterdam; daar viel Rieling in Duitse handen. Eén dag later werd de illegale Blaricumse drukkerij overvallen. Schlösser en Overeem ontkwamen, Veldhuis werd zwaar gewond.ê De Sicherheitspolizei liet de machines vooreerst staan waar zij aangetroffen waren - een deel daarvan werd toen in een gewaagde operatie door Overeem en Schlösser naar de kwekerij van de gebroeders Keppel te Eemnes overgebracht waar de illegale drukkerij opnieuw in bedrijf gesteld werd. Zij is in april' 45 door de Landwacht ontdekt - toen werden alle machines met handgranaten onbruikbaar gemaakt.