Werkman ging op een andere wijze aan de slag: hij zorgde zèlf voor de artistieke uitvoering van kleine bibliofiele uitgaven die hij ook zelf drukte, meestal in enkele tientallen exemplaren; samen met een hervormde predikant uit Friesland, de dichter-schrijver F. R. A. Henkels, bracht hij die in omloop. Zij noemden hun serie 'De Blauwe Schuit'
, hetgeen een toespeling was op een passage uit Erasmus waarin deze al degenen die niet in een Middeleeuws gilde opgenomen konden worden, in een 'blauwe schuit'
samengebracht had - een beeld dat Hieronymus Bosch voor een van zijn schilderijen had gebruikt. Die naam was door Werkman en Henkels bewust gekozen: 'De Blauwe Schuit'
getuigde van afkeer jegens de Kultuurkamer en haar gilden, Werkman (hij is kort voor de bevrijding van Groningen gefusilleerd) zou het in totaal tot 52 illegale bellettristische drukwerken brengen waarvan 40 in de serie 'De Blauwe Schuit'
opgenomen waren. Uit een oogpunt van grafische vormgeving had hij daarbij volstrekt nieuwe wegen ingeslagen.