Bij de botsingen in de illegaliteit waarmee hij geconfronteerd werd, gaf Neher zich veel moeite om, langzaam en nadrukkelijk ja zelfs ietwat zalvend sprekend, de tegenstellingen te overbruggen. Hij legde dan steeds de nadruk op het belang van eenheid in de nationale bevrijdingsstrijd: daar moesten alle andere overwegingen voor wijken, behoudens dan deze dat samenwerking met communisten uit den boze was. Een goed verzetsman was, meende hij, alleen diegene die nimmer aan 'ik'
dacht maar louter aan 'wij allemaal'
! - dat was een irenische opvatting die niet steeds voldoende gewicht had om de reƫle tegenstellingen die zich binnen de illegaliteit gingen voordoen, te bezweren; een opvatting bovendien die Neher bij sommige tegenstanders in het illegale milieu de naam gaf van een niet van sluwheid ontblote intrigant.