Dat laatste is een karakterisering die ons te ver gaat. Eerder zien wij het zo dat Neher de functie van vredestichter die hem zo aantrok, ging uitoefenen op een wijze die, gegeven het gebrekkige contact dat het illegaal bestaan toestond, tot misverstanden moest leiden: hij praatte dan een eindweegs met de ene en vervolgens een eindweegs met de andere partij mee, dat alles in een poging, een compromis te bereiken dat hij zelf al vrij vroeg had gezien maar waarover hij aanvankelijk was blijven zwijgen:. Zijnnaam leed, vermoedelijk zonder dat hij dat besefte, af en toe schade door de tactiek die hij toepaste, Walraven van Hall, die andere 'vredestichter'
in de Nederlandse illegaliteit ('de olieman'
), was veel directer inzijn aanpak. Ofhij er meer succes mee had dan Neher, valt moeilijk te beoordelen, maar hij wekte er in elk geval geen tegen zijn persoon gerichte weerstanden mee. Voor van Hall, wiens anti-communistische overtuiging zeker niet minder gefundeerd was dan die van Neher, was het bovendien geen vraag of men met communisten moest