Samen met de marconist J. L. Th. M. van Alebeek werd Schreinemachers in de nacht van 7 op 8 oktober '43 gedropt bij Malden, tussen Nijmegen en Mook - misschien moeten wij schrijven: boven Malden. Het was nog voor middernacht, de maan scheen, en een ongelukkig toeval wilde dat juist die avond door de Wehrmacht in die streek een oefening gehouden werd. Veel mensen, oudere en jongere, waren nog op. Zij zagen de parachutes dalen, waarbij, aldus Haubrock, geroepen werd: 'Ha, daar komt er alweer een!" Ternauwernood ontsnapten Schreinemachers en van Alebeek aan arrestatie. Zij raakten vrijwel al hun bagage kwijt, ook van Alebeeks zender. Bovendien werden zij van elkaar gescheiden. Van Alebeek dook bij zijn eigen vrouw onder en liet verder niets van zich horen 2, Schreinemachers trok naar Amsterdam, stelde zich van daaruit met Tromp in verbinding en dook eerst bij deze, vervolgens bij diens ouders en tenslotte in het krankzinnigengesticht te Vught onder waar zijn broer als arts aan verbonden was. Hij kon niet laten zenden (dat was een van de redenen waarom hij, gelijk al vermeld, in april '44 naar Zwitserland ontsnapte, samen met pater Lodewijk Bleys), maar Schreinemachers kon natuurlijk wèl alle vragen die hij meegekregen had, aan Tromp en Thal Larsen voorleggen. De bouw van de noodzender werd ter hand genomen en Tromp en ThaI Larsen hadden maanden werk om de rapporten op te stellen die een antwoord behelsden op de door de Engelse en de Nederlandse autoriteiten gestelde vragen. Zij gaven daarbij ook op, wat eventueel
Alebeek, J. L. Th. M. vanAmsterdamArrestariesBleijs, L. A.Bureau Inlichtingen (BI)'Dienst-Wim'Haubrock, H. K.O.MaldenPhilips-fabrieken, EindhovenPhilips-Kommando (Vught)Schreinemachers, W.ThaI Larsen, G. H.Tromp, Th. P.VughtVught, concenrrariekarnpANDER ILLEGAAL WERKvoor de na-oorlogse reconstructie van Nederland nodig zou zijn - die gegevens kreeg Tromp vooral van ir. den Hollander in diens kwaliteit van voorzitter van de Hoofdgroep Industrie, onderdeel van de organisatieWoltersom. Tromp moest tenslotte zoveellaten microfilmen dat hij behoefte kreeg aan een extra-kracht voor dat werk; daarmee belastte zich de microfotograaf M. Verhage die, zoals wij eerder vermeldden, begin november' 43 gedropt was ten behoeve van de groep-'Barbara' en die, toen die groep goeddeels opgerold was, via OD-kanalen aan Tromp werd toegevoegd. Na de oorlog schatte Tromp dat Verhage voor hem in totaal ca. 20 000 pagina's op microfilm gereedgemaakt had voor verzending. Opnamen maakte Verhage niet zijn taak was het, de onderlaag van de microfilms af te weken zodat men alleen de vliesdunne 'beeldlaag' overhield, 'hij was er', aldus Tromp, 'dag en nacht mee bezig."