Mr. W. E. A. de Graaffhad aan het einde van de jaren' 20 opdracht gekregen van een van de grondvesters van het Philipsconcern, Anton Philips, om vertrouwelijke contacten te leggen met de politie in diverse landen teneinde te voorkomen dat links-revolutionaire elementen sabotage zouden gaan bedrijven in de Philipsfabrieken. Had men tegen een bepaalde persoon verdenking opgevat, dan moesten de inlichtingendiensten van de politie voor nadere gegevens zorgen; in voorkomende gevallen werd dan ook wel gevraagd of hun over de politieke gezindheid van bepaalde sollicitanten iets naders bekend was. In dat kader had de Graaff ook allerlei relaties opgebouwd met de Duitse politie; die brak hij af toen Hitler aan de macht kwam. In oktober '33 deed evenwel de Gestapo uit Keulen hem weten dat zij op hervatting van het contact prijs stelde. De Graaff pleegde toen overleg met Justitie en met de Nederlandse geheime dienst, GS 1lI; beide drongen er bij hem op aan, de samenwerking met de Duitse politie te hervatten. De Graaff ging toen weer van tijd tot tijd naar Duitsland reizen, bood de politiefunctionarissen die hij er ontmoette, voortreffelijke diners aan, liet dan natuurlijk9Geheime diensten, NederlandseGestapo, KeulenGraaff, W. E. A. deGroep-'Barbara'GS-IllHollander, F. Q. denPhilips, A. F.Philips-fabrieken, EindhovenTromp, Th. P.Verhage, M.MR. W. E. A. DE GRAAFFwel eens iets los over Nederlandse verhoudingen (dat werd vaak een mengsel van Wahrheit en Dichtung), maar was er vooral op bedacht, die Duitse relaties grondig uit te horen, en vooral van een van de naaste medewerkers van Heydrich vernam hij veel interessants. Uiteraard moest hij in die gesprekken zijn Duitse relaties naar de mond praten - binnen het apparaat van de Sicherheitspolizei en de Sicherheitsdienst kreeg hij de naam, deutschfreundlich te zijn, sommigen hielden hem zelfs voor een V-Man1~.