'Hebt u van Nederlandse kant', vroeg hem de voorzitter van de EnquĂȘtecommissie,
'nooit moeilijkheden gehad in die zin dat u ... door bepaalde personen er op aangezien werd dat u met de medewerking van de Duitsers zo vrij kon reizen?'Antwoord: 'Ongetwijfeld, het was zeer vervelend, vooral voor mijn vrouw' (de hele buurt had aangename roddelstof!), 'maar ik was er blij om, want dat' (d.w.z. het wekken van de verkeerde indruk)
'was mijn enige mogelijkheid.'!