Bij het verzamelen van militaire gegevens lag de zaak geheel anders dan bij die van de civiele. De civiele waren in volle omvang aan Nederlanders bekend, de militaire slechts aan Duitsers. wel was er al in de eerste helft van '44 hier en daar een Duitse militaire autoriteit die bereid was, vertrouwelijk het een en ander aan een Nederlandse spionagegroep mee te delen- (in dat opzicht had de Koster bijvoorbeeld een nuttig contact met de Ortskomman dant in Den Haag), maar de meeste militaire gegevens moest men door eigen vindingrijkheid bijeen zien te krijgen. Het kwam neer op het voltooien van een immense legpuzzel. Daartoe moest men, gelijk reeds aangestipt, in de eerste plaats inzicht hebben in de structuur van de Wehrmacht. De drie componenten: Heer, Kriegsmarine en Luftwaffe, hadden aparte uniformen; binnen elk van die delen van de Wehrmacht hadden de leden van elk 'wapen' (infanterie, artillerie, enz.) tekens van een aparte kleur: kende men die kleuren, dan wist men tot welk wapen de militair behoorde die men zag. De verschillende officiersrangen hadden verschillende epauletten; zag men9 1Hilfiwilligen (Hiuns)Ostbataillone (Osttruppen)ANDER ILLEGAAL WERKeen officier met een gouden zilvergevlochten epaulet zonder ster, dan kon men weten dat het een Generalmajor was - wat deed een Generalmajor op die plaats ? Waar was zijn hoofdkwartier? zulk een hoofdkwartier was in de eerste jaren duidelijk gemarkeerd. Spionage was een zaak van goed waarnemen en goed combineren. Dat was wat Ernst de Jonge in '42 aan Pot voorhield in de beginfase van de groep-'Kees'. 'Ik begon', schreef Pot na deoorlog, 'te werken volgens het systeem dat de Jonge geleerd was. Dit hield in dat ik eindeloos langs de kust fietste en zo goed mogelijk trachtte te onthouden wat ik had gezien. Al spoedig ontdekte ik een zeker systeem in de kustverdediging. De posten langs de kust waren doorlopend genummerd. Ook de posten landinwaarts vertoonden steeds een systematische samenhang. Losse waarnemingen op zichzelf waren betrekkelijk waardeloos. Door de vele mutaties was het moeilijk met zekerheid te zeggen wat zij betekenden. Watmeer echter bekend was dat twee regimenten infanterie in een divisievak waren omgewisseld, was dit,' wanneer je een behoorlijke kennis van zaken had, vrijwel met een enkele oogopslag vast te stellen.'!