Omtrent het feit dat de microfilms niet doorgegeven waren (in de kring van de Zwitserse Weg was men niet alleen dáár verontwaardigd over, maar ook over het feit dat mej. Kohlbrugge de films aan Six afgestaan had en dat deze op zijn hoofdkwartier honderden pagina's leesbare spionageberichten had ,liggen), liet Six via van Borssum Buisman bericht geven aan de Koe van Borssum Buisman stond met deze in regelmatig contact. De Koe lichtte de Jonge in. Diens reactie laat zich raden. Hij eiste toegang tot Six en deze, die anders voor 'buitenstaanders'
vrijwel nimmer te spreken was, verklaarde zich tot een ontmoeting bereid. Ze vond begin september in Amsterdam plaats. Six nam er Kok voor mee en van hem kreeg de Jonge een lange uitleg te horen, waarom met name zijn tekeningen niet gedeugd hadden: 'zij waren vertekend'
, vertelde Kok later aan de Enquêtecommissie, 'en zij waren niet in schaalverhoudingen ... Deze tekeningen (waren) door ons allang, maar in veel betere vorm, naar Engeland ... gezonden. Dat was allemaal oude koek. Dat heb ik die meneer uiteengezet. Toen heeft in mijn bijzijn de heer Six op de rug van die man op zijn portefeuille een verklaring geschreven (het regende dat het goot, en wij stonden onder een boom in het Vondelpark) waarin, meen ik, werd verklaard dat die man er genoegen mee nam dat die foto's in onze handen waren ... Daar heeft die man toen zijn handtekening onder gezet."