Van België uit keerde d' Aulnis met nieuwe identiteitspapieren als '
Gerard Rijkshoorn, employé bij de Hollandse Draaden Kabelfabriek', naar Nederland terug; zulks had het voordeel dat hij, werd hij ooit gearresteerd, beweren kon, pas in '44 in bezet gebied ingezet te zijn. Hij vestigde in Amsterdam in de flat die hij bewoonde, een soort kantoortje, 'de mensen liepen daar op geregelde tijden in en uit; ik heb nooit moeilijkheden gehad', vertelde hij aan de Enquêtecommissie." Medio maart '44 trad hij, overigens onder zijn echte naam, in Voorburg met de vrouw van zijn keuze, Blanche Noyon, in het huwelijk; dat huwelijk was tevoren niet afgekondigd, de burgemeester en gemeentesecretaris, beiden 'goed'
, verleenden de nodige medewerking - daags daarna was Louis d' Aulnis weer '
Gerard Rijkshoorn'. Dat de gehuwde staat een risico insloot voor zijn vrouw, was hem (en ook haar) duidelijk, maar hij meende dat hij als getrouwd man minstens zo goed zijn riskante taak zou uitvoeren en misschien wel beter. Typisch d' Aulnis! Hij ging zijn eigen gang, zeer weloverwogen, zeer voorzichtig, en niet zonder opgewektheid.