Ook van de eerste ontwikkeling van het systeem der concentratiekampen gaven wij in hoofdstuk 13 van Voorspel al een beknopt beeld. Wij vatten het weer samen.
Aanvankelijk was het meer de SA dan de SS die zich met het gevangen houden (en mishandelen) van politieke tegenstanders belastte. Dat geschiedde in stafkwartieren van de SA of in leegstaande kantoor- dan wel fabrieksgebouwen. Vooral communisten werden opgepakt: zij waren in de aan de Machtübernahme voorafgaande periode het meest veelvuldig met de SA in straat- of zaalgevechten gewikkeld geweest. Nu werd door die SA bloedig wraak genomen, maar die wraak strekte zich ook tot andere politieke tegenstanders uit, zoals sociaal-democraten, links-socialisten, links-radicale schrijvers en aanhangers van burgerlijke partijen. Soms werden gevangenen doodgeslagen maar dat kwam, schijnt het, in die eerste periode niet vaak voor. De gevangenen kregen weinig te eten - zij leden evenwel geen acute honger. Soms kregen zij werkkleding, soms niet; in het ene kamp werden zij kaalgeschoren, in het andere liet men dat na. Ook waren er aanvankelijk onder de haastig aangetrokken bewakers niet weinigen die een zekere solidariteit met de gevangenen aan de dag gingen leggen.
Dat allesnu was in zijn ongeorganiseerde en ongereglementeerde ruwheid en door zijn tot op zekere hoogte verward karakter Himmler een gruwel. Hij zag de concentratiekampen als een permanente instelling van Duitsland en zeker van het Duitsland dat tot das Reich zou zijn getransformeerd; de karnpen moesten dus opgebouwd worden volgens een strikte methodiek en met een dubbele doelstelling: enerzijds diende de weerstandskracht der gevangenen gebroken te worden (men herinnere zich Hiders woord: 'Wcr sich nicht bekehren lässt, muss gebeugt werden'), anderzijds diende een
I. De concentratiekampen van de SS voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog
deel van het ss -keurkorps bij de bewaking der gevangenen en in het contact met hen een scholing te krijgen in de gevoelloze hardheid welke gevergd werd van de garde die das Reich tot in de verste toekomst beschermen moest ('wenigstens für die náchsten [ahrhunderte'; zei Himmler in Posen). Dat waren de richtlijnen die na enige tijd al in het eerste onder hem ressorterende concentratiekamp, Dachau (bij de oprichting gevestigd in een oude kruitfabriek), in het oog gehouden werden. Dit bij München gelegen kamp (indoor een groot nieuw kamp vervangen) werd, wat de toegepaste richtlijnen betreft, voorbeeld en volgens hetzelfde patroon werden de concentratiekarnpen Buchenwald (bij Weimar) en Sachsenhausen (bij de Berlijnse voorstad Oranienburg) ingericht, respectievelijk in september'6 en augustus'vóór het uitbreken van de tweede wereldoorlog volgden daarop nog vier nieuwe concentratiekampen voor mannen: Neuengamme (bij Hamburg) (toen nog formeel een sub-kamp, een Aussenkommando, van Sachsenhausen), Flossenbürg (Noord-Beieren), Mauthausen (bij Linz) en Gross-Rosen (Silezië)(toennog formeel een Aussenkommando van Sachsenhausen),alsmede één nieuw concentratiekamp voor vrouwen: Ravensbrück (Mecklenburg). Al deze kampen, die als regel andere, oudere kampen vervingen welke wij niet met name noemen, werden geleid vanuit de al eerder gememoreerde
Bij de inwendige organisatie van die kampen maakte de SS het zich zo gemakkelijk mogelijk: 'zij droeg'
, zo schreven wij in Voorspel, 'een deel van haar autoriteit aan sommigen van de gevangenen over; anders gezegd: zij schiep binnen de kampen een jegens haar verantwoordelijke kamphiërarchie welker leden, constant en soms extra bedreigd, tijdelijk (steeds tijdelijk) in het bezit waren van beperkte privileges. Uit de tegenstelling tussen de leden van die hiërarchie en de grauwe massa der overige Häftlinge moesten ook onder de beste omstandigheden conflictsituaties voortvloeien; die situaties deden zich al in ' 33 in sommige kampen voor waar de hiërarchie uitsluitend of in hoofdzaak gevormd werd door communisten die (onbegrijpelijk was dat allerminst) hun partijgenoten sterker in bescherming namen dan anderen, of (en dat ging verder) van hun Prominent-zijn misbruik maakten om de druk van de SS met nadruk aan politieke tegenstanders door te geven. Werd in die gevallen het beleid der Prominente nog bepaald of mede bepaald door onpersoonlijke, politieke overwegingen, ernstiger en voor de massa der Hajtllnge ongunstiger was het, wanneer de SS de leiding van een kamp toevertrouwde aan criminele elementen.'
Ziedaar, samengevat, wat wij in Voorspel verhaalden.
Er is een aantal punten waarop wij nu, in dit deel, waarin de concentratiekampen zulk een belangrijke plaats zullen innemen, ook ten aanzien van de vooroorlogse periode dieper moeten ingaan teneinde de systematiek te schetsen welke aan die kampen ten grondslag lag.'
Laat ons beginnen met enkele cijfers te geven.
Geschat wordt dat zich in juli '33 in de grote veelheid van goeddeels '
wilde', d.w.z. niet centraal geleide en nogalongereglementeerde concentratiekampen die Duitsland toen kende, bijna zeven-en-twintigduizend gevangenen bevonden; in februari '34 waren het er als gevolg van talrijke vrijlatingen nog maar zeven- tot achtduizend en dat aantal bleef tot begin ,38 ongeveer gelijk, werd althans niet van een andere orde van grootte. In
Uit die cijfers blijkt dat van juli' 33 af sterke pressie uitgeoefend was op de formaties (hoofdzakelijk waren dat, gelijk gezegd, afdelingen van de SA) die de gevangenen in handen hadden, om tot vrijlatingen over te gaan. Inderdaad was er toen op allerlei niveaus in het Duitse bestuursapparaat verontwaardiging ontstaan over de willekeur die bij de arrestaties toegepast was, en over de mishandelingen waarvan de gearresteerden het slachtoffer geworden waren. In enkele gevallen kwam het tot een gerechtelijk vooronderzoek, in één geval (misdragingen in een kamp te Stettin) werdcri de schuldigen in april '34 tot een paar jaar gevangenisstraf veroordeeld. Het gevolg was dat de Gestapo in de verschillende delen van Duitsland nadien zoveel mogelijk de pottekijkers van de justitie en van het Reiihsinnen ministerium buiten de deur hield. Desondanks werden in mei '35 drie-entwintig SA' ers die zich in een Saksisch concentratiekamp aan sadistische wreedheden schuldig gemaakt hadden, toch nog tot gevangenisstraf veroordeeld - Hitler gaf hun allen gratie en het strafrechtelijk onderzoek tegen de verantwoordelijke Gestapo-functionaris werd op zijn last gestaakt. Enkele maanden eerder, in januari, had minister Frick er in een memorandum op aangedrongen dat de concentratiekampen geleidelijk opgeheven zouden worden. Frick kreeg geen kans, hier met Hitler over te spreken; aan deze werd het memorandum door Hirnmler voorgelegd. Er kwam niet meer op te staan dan: 'Dem Führer vorgelegt 20.2.1935. Die Gejangenen bleihen. H.H.'] - en Frick bleef ook. Formeel was hij de superieur van Hirnmler in diens kwaliteit van Chef der deutschen Polizei en ook werden de coneentratiekampen uit zijn begroting gefmancierd, maar hij had er niets over te zeggen.
Hoeveel personen in totaal in de vooroorlogse jaren op last van de Gestapo gearresteerd werden en tot welke kategorieën zij behoorden, is niet bekend. Enkele cijfers zijn bewaardgebleven : alleen al in de zes maanden van
'asocialen'
.
Het arresteren van Jehova's Getuigen begon in de herfst van '
36 er zijn toen en in later jaren in Duitsland vermoedelijk zesduizend gearresteerd, l11.annenen vrouwen.
Walmeer het naar concentratiekampen overbrengen van mannelijke homosexuelen begonnen is en hoevelen hunner in totaalopgepakt zijn, is niet bekend - vermoedelijk zette de vervolging eind '36 in, kort nadat Himmler in een toespraak betoogd had (in verscheidene Duitse medische publikaties kon men in die tijd hetzelfde betoog vinden) dat men ten aanzien van hen moest 'zurückkehren zu dem nordiseken Leitgedanken der Ausmerzung der Entarteten'.l
Het in concentratiekampen opsluiten van recidivisten was al eerder begonnen: hier en daar, met name in Beieren, al in ' 33, in de rest van Duitsland in '35. I-Iet betrof dan personen die op dat moment hun straf uitzaten. Begin ' 3 7 werden evenwel ca. tweeduizend 'Gewohnheitsverbrecher' preven tief gearresteerd en naar concentratiekampen overgebracht (de betrokkenen moesten tevoren minstens driemaal tot minstens een half jaar gevangenisstraf veroordeeld zijn) en het Reichsinnenministerium bepaalde toen dat voortaan evenzo gehandeld moest worden met personen wier 'asoziales Verhalten die Allgemeinheit' in gevaar zou brengen (daar vielen ook de Zigeuners onder). Een jaar later, begin '38, pakte men een onbekend aantal 'Arbeits scheue' op (personen die zich aan regelmatig werk onttrokken); zij verdwenen naar Buchenwald, en in juni '38 werden nieuwe '
asocialen' maar ook aile mannelijke Joden die ooit met de strafrechter in aanraking geweest waren, datzelfde kamp binnengevoerd.
1 Aangehaald in Harry Wilde: Das Schicksal der Verfemten. Die Veifolgung der Homo sexuellen im 'Dritten Reich' und ihre Stellung in der heutigen Gesellschajt (1969), p. 36.
Men ziet: de in januari '38 afgekondigde uitbreiding van de Sehutzhaft regeling welke bepaalde dat Sehutzhaft aan allen opgelegd kon worden, 'die dureh ihr Verhalten den Bestand und die Sicherheit des Volkes und Staates gefährden', hield slechts de 'legalisatie'
van een bestaande toestand in. De helft van de gevangenen van Sachsenhausen bestond in de periode '37-'
38 reeds uit Bibelforseher, homosexuelen, misdadigers en 'asocialen'
. Nog twee kategorieën waren er bij gekomen: naar Duitsland teruggekeerde of -gevoerde emigranten (dat waren hoofdzakelijk Joden - zij werden van twee maanden tot een jaar vastgehouden) en personen (Joden en niet-Joden, malmen en vrouwen) die zich door een verhouding met een partner van ander 'ras'
schuldig gemaakt hadden aan 'rassenschande'
, zoals dat heette. Het gevolg van al deze ontwikkelingen was dat Nederlandse illegale werkers die de concentratiekampen binnenkwamen in de verwachting dat zij er, hoe moeilijk het bestaan er ook zou zijn, een zekere steun zouden vinden in de homogeniteit van een anti-nationaal-socialistisch milieu, er veelal de eerste dag al bitter teleurgesteld werden: zij kwamen in een milieu terecht waarin, uitzonderingen daargelaten, van homogeniteit geen sprake was. De heterogeniteit werd er integendeel onderstreept door de onderscheidingstekens die men op de kampkleding droeg: de politieke gevangenen een rode driehoek, de misdadigers een groene, de 'asocialen'
een zwarte, de Bibel forseher een paarse, de homosexuelen een rose, de teruggekeerde emigranten een blauwe, de Joden een gele; op de gele driehoek der Joden zat omgekeerd nog een tweede driehoek die hun kategorie (politieke gevangene, enz.) nader aangaf zodat min of meer het teken van de Davidsster ontstond: het teken dat in september '41 in Duitsland en begin mei '
42 in bezet Nederland als algemeen kenteken voor Joden ingevoerd werd.
Wij moeten die tekens zien als een symptoom van de strenge systematisering die Himmler was gaan voorstaan - een systematisering die, gelijk reeds aangeduid, het eerst in Dachau toegepast werd en die, in haar concretisering, vooral het werk van Eicke is geweest. Hij was het die, vermoedelijk in '35 of '
36, als Inspekteur der Konzentrationsiager bepaald had, hoe de leiding van elk kamp ingedeeld moest zijn: er was een Kommandantur, er was een Politische Abteilung (steeds geleid door een functionaris van de Gestapo), er was een afdeling Sehutzhaftlager, er was een afdeling Verwaltung (administratie van het kamp en beheer van de eigendommen der gevangenen) en er was tenslotte een medische afdeling (het bureau van de Lagerarzt) die rechtstreeks ressorteerde onder de medische afdeling van Eicke's inspectie.
Van de afdeling Schutzhaftlager moeten wij iets meer bijzonderheden geven.
Ook Iller stond een SS-officier, de Sehutzhaftlagerführer, aan het hoofd; onder hem stonden de Rapportführer (de SS' er die er o.m. verantwoordelijk'interne'
afdehng van. Pas onder die SS' ers begon de hiërarchie der gevangenen, van de Lager älteste aan de top tot de simpelste Stubendienst (hulpje van een Stubenältester) aan de basis. Wij komen op die gevangenen-hiërarchie nog terug in een volgend hoofdstuk; hier willen wij slechts opmerken dat, in beginsel (in de praktijk lag het vaak ingewikkelder), de binnen het kamp machtigste Lageralteste toch als door een wereld gescheiden was van de laagste SS-Mann: elke SS' er was een onaantastbaar meester, heer over leven en dood - de Lagerálteste kon van de ene dag op de andere teruggestoten worden in de massa der gevangenen. Al voordat deze indeling door Eicke voorgeschreven werd, had hij als Kommandant van Dachau in '33 de regels opgesteld waaraan enerzijds de SS' ers, anderzijds de gevangenen zich te houden hadden. De gevangenen werden bij aankomst van die regels in kennis gesteld en geen dag ging voorbij waarin de praktijk van het kampbestaan het hun niet inscherpte dat het levensgevaarlijk was, niet stipt te gehoorzamen. De SS' ers kregen scholing in die regels - Eicke gaf er in Dachau herhaaldelijk een mondelinge toelichting op, die, aldus later de Kommandant van Auschwitz-Birkenau, Höss (een van de vele leidende functionarissen uit de wereld der concentratiekarnpen die Dachau als 'school+doorlopen hadden), altijd hierop neerkwam:
'lede Spur vat! Mitleid zeige den Staatsjeinden eine Blösse, die sie stelt sofort zu Nutzen mathen wurden. jegliches Mitleid mit Staatsjeinden sei elnes SSs-Mannes unwürdig. Weichlinge hauen in seinen Reihen keinen Platz uná wûrden gut tun, sich sa schnell wie möglich in ein Kloster zu verziehen. Er leiinne nur harte, entschlossene Männer gebrauchen, diejedem Bifehl rücksichtslosgehorchten. Nicht umsonst trügen sie den Totenkopf und die stets geladene scharfe Waffe. Sie stûnden als einzige Soldaten auck in Friedenszeiten Tag und Nacht am Feind, am Feind hinter dem Draht'l
1 Aangehaald door M. Broszat in Anatomie des SS-Staates, dl. II, p. 60.'prikkeldraadstrijder'
).
Onder de SS-functionarissen en -bewakers van de concentratiekampen zijn er in de vooroorlogse jaren sommigen geweest die hetzij tegen de scholing die zij ontvingen, hetzij tegen de functie die zij moesten uitoefenen, bezwaar hadden; dezulken konden vooral in de eerste jaren zonder moeite ander emplooi zoeken of overplaatsing aanvragen. Voldoende vrijwilligers bleven. In september '39 telden de SS-bewakingseenheden ongeveer zevenduizendvierhonderd man (er waren toen, gelijk gezegd, ca. twintigduizend gevangenen) en hadden voorts de bestaande concentratiekampen: Dachau, Sachsenhausen (mèt Neuengamme en Gross-Rosen), Buchenwald, Mauthausen, Flossenbürg en Ravensbrück, gemiddeld een kampstaf van honderd SS' ers.
Nu willen wij, in het voetspoor van de Franse historicus Joseph Billig, onderstrepen dat de gereglementeerde concentratiekampen zich niet alleen door die reglementering, maar ook nog in een ander opzicht spoedig van de 'wilde'
kampen uit de jaren '33-'
34 waren gaan onderscheiden: er stond Hirnmler en zijn medewerkers scherp voor ogen dat men de gevangenen werk moest laten doen waarvan Duitsland, en speciaalde SS, kon profiteren. Dat begon al daarmee dat de nieuwe kampen, ook dus het nieuwe kamp Dachau, met alle erbij behorende SS-gebouwen (van de administratiegebouwen, de kazernes en de kantines, tot de riante villa's voor de hoogste SS-officieren toe), door gevangenen opgetrokken werden. Nadien werd een groot deel van de gevangenen voor werkzaamheden gebruikt ten behoeve van ondernemingen die van het SS-complex deel uitmaakten. Vóór de oorlog werden drie van die ondernemingen opgericht: de Deutsche Erd und Steimoerke GmbH (productie van granietblokken, bakstenen e.d.), de Deutsche Versuchsanstalt für Ernáhrung und Verpfiegung (kweken van specerijen en van kruiden die Himmler als bij uitstek doeltreffende geneesmiddelen beschouwde) en de Deutsche Ausrüstungswerke GmbH (aanvankelijk louter productie van meubelen).
Van die drie verdient de Deutsche Erd- ulld Steinwerlee GmbH speciale aandacht.
In ' 35 en ' 36 hadden Hiders denkbeelden hoe hij Berlijn kon transformeren tot de in zijn ogen waardige hoofdstad van wat'
s werelds sterkste mogendheid moest worden, vaste vorm aangenomen. Nachtenlang had hij er over gesproken met zijn geliefde architect Albert Speer en deze had het ene
Er waren voor dat alles immense hoeveelheden bouwmaterialen nodig. Weh1U, ook deze taak haalde Himmler naar zich toe: de nieuwe coneentratiekampen Buchenwald, Mauthausen, Flossenbürg en Gross-Rosen kwamen in de buurt van grote granietgroeven te liggen (Speer stelde vooral prijs op het graniet van Flossenbürg) en Sachsenhausen alsmede Neuengamme werden bij gebieden gebouwd waar men klei kon delven die zich leende voor verwerking tot bakstenen. De gevangenen die in de steengroeven werkten ofbij de baksteenfabricage betrokken waren, hadden geen denkbeeld wat er eigenlijk met die granieten blokken en bakstenen gebeurde - het was de Deutsche Erd und Stelmoeree Cmb'H die deze producten overnam en ten profijte van het SS-complex verkocht.
Niet lang duurde het of al deze economische bedrijvigheid (georganiseerd door het SS-Verwaltungsamt dat, voor het zich in februari '42 tot het SS Wirtschajts und Veru/altungshauptamt uitbreidde, deel was van het SS Hauptami) ging een eigen leven leiden en ook eigen eisen stellen: meer en meer werd het aantal gevangenen dat de concentratiekampen binnengevoerd werd, niet bepaald door de mate van oppositie die zich reëel in het Derde Rijk aftekende, maar door de mate waarin, gegeven Himmlers toezeggingen aan Hitler en Speer, de chef van het SS-Verwaltungsal'll.t, Oswald Pohl, behoefte had aan arbeidskrachten. Het werd zo dat Duitsers tot dwangarbeid veroordeeld werden niet nadat zij als tegenstanders van het Derde Rijk waren gaan gelden, maar precies omgekeerd: zij werden tot tegenstanders van het Derde Rijk gestempeld opdat men hen als dwangarbeiders kon gaan gebruiken. Van de ca. twintigduizend gevangenen die zich in september '39 in de concentratiekampen bevonden, behoorde meer dan de helft tot de 'zwarten'
: de 'asocialen'
. Het ophalen van al deze gevangenen was van' 33 af de taak geweest van de politie; Gestapo en Ordnungs polizei hadden er nauw bij samengewerkt - er was geen rechter aan te pas gekomen.