De gijzelaars die wij bedoelen, vielen in twee kategorieën uiteen: de Z.g. Indische gijzelaars- die in '40 opgepakt werden (een deel in juli, een deelsoonlijk iets met Nederlands-Indië te maken had gehad; die aanhalingstekensAmersfoort, concenrrariekampGijzelaarsGijzelaars, IndischeNeuengammeVught, concenrrariekarnpGIJ ZELAARSin oktober) teneinde de autoriteiten in Nederlands-Indië tot een gunstiger behandeling van de daar geïnterneerde Duitsers te bewegen, en de gijzelaars die in '42 van hun vrijheid beroofd werden (een deel in mei, een deel in juli) teneinde de Nederlandse bevolking bij een eventuele Geallieerde invasie van grootscheeps verzet tegen de bezetter te weerhouden - men zou van 'anti-verzet-gijzelaars' kunnen spreken; men zou voorts beide kategorieën, de Indische èn de anti-verzet-gijzelaars, kunnen samenvatten in het begrip 'Brabantse gijzelaars', want de Indische gijzelaars zijn gedurende het grootste gedeelte van hun gijzeling en de anti-verzet-gijzelaars, een kleine groep uitgezonderd, zelfs gedurende hun gehele gijzeling opgesloten geweest in als 'gijzelaarskampen' aangeduide gebouwencomplexen in Noord-Brabant. Daar hebben de Indische gijzelaars een klein half jaar in hetzelfde complex vertoefd als de groep van de in mei '42 opgepakte anti-verzet-gijzelaars, nl. in het Kleinseminarie 'Beekvliet' te St. Michielsgestel (of Gestel').