De situatie veranderde drastisch toen de Krankenbau klaar was: een klein 'echt'
ziekenhuis met een mannen- en een vrouwen-afdeling (wij maakten daar al melding van) en met een kleine èn een grote operatiezaal. De Kranken bau was, mede door de medewerking die Philips verleend had, goed geequipeerd en de Lagerkommandant en de Hauptlagerarzt (een nieuwe functionaris), SS-Hauptsturmführer dr. Wolter, had den goedgevonden dat er een equipe kwam van Nederlandse gevangenen: huisartsen, specialisten (tezamen ongeveer twaalf) en geschoolde verplegers. De bedden waren schoon, de dekens nieuw, de lakens zindelijk, er was een aparte keuken die ook voor dieet-maaltijden kon zorgen, 'en wat een heerlijk zaaltje was dat, die chirurgische afdeling', schreeflater een oud-patiënt. 'Altijd zon en frisse lucht."