Wat de twee bij Vught gelegerde compagnieën van het Wachbataillon betreft: de meeste bewakings-SS'ers verrichtten slaafs de hun opgedragen taak, maar bij verscheidenen was toch wel sprake van weerzin tegen de hun opgelegde Kadavergehorsam.
'Met verschillende van die kerels stonden we'
, aldus een gevangene, 'op goede voet. Zo mochten we overdag' (d.w.z. tijdens het werk) 'niet roken, maar we deden dat toch. Dan stopten we zo'n SS'er een pakje sigaretten toe en hij ging dan op de uitkijk staan. Kwam er een Duitser aan, dan riep hij: 'Jongens, daar heb je weer zo'n kelerelijer'
en dan waren wij gewaarschuwd. Die SS'ers vraten van twee wallen.P Onder de misscbien vijfhonderd bij Vught gelegerde militairen van het Wachbatail 1011 waren er vijf of zes die zich in de loop van '44 bereid verklaarden, de gevangenen te helpen als dezen, bijvoorbeeld wanneer zij en bloc naar Duitsland gevoerd zouden worden, tot een opstand zouden kunnen overgaan.