Van nog een tweede inwoonster van Vught, mevrouw E. TimmengaHiemstra (háár naam was aan de meeste gevangenen niet bekend) kwamen van april af pakketten binnen, Mevrouw Timmenga was zich al in februari moeite gaan geven om transporten van gevangenen die, door Nederlandse politie-agenten begeleid, aan het station van Vught aankwamenê, daar op te vangen en menigmaal hadden die agenten goedgevonden dat zij de namen(J.agenten hadden in de regel toegelaten dat de gevangenen op de stations en inBeuningen-Fentener van Vlissingen, C. E. vanCosquino de Bussy-van der Lelie, A. M. leEngels. J .Schmidt, L. W.Timrnenga-Hiernsrra, EoPAKKETTENen woonadressen van die gevangenen noteerde - mevrouw Timmenga lichtte dan hun familie in (soms deden de agenten dat zelf). Bleek haar nu, dat die familie (aan wie het 'adres' van de gevangene uit zijn correspondentie bekend was) niet voor de toezending van voedselpakketten kon zorgen, dan nam zij die taak over; daarmee begon zij in april.