1 J. Presser: Ondergang, dl. II, p. 377.
Carlebach, S.
Deppner, E.
Deutsche Reichsbahn
Schlesinger, K.
Schol, J.
233, 280, 283, 284, 286-288, 293, 295-297, 301,3°2,304,3°6,3°8,3°9, 3Il, 312, 315-318, 32 2,334. 347, 348, 364, 365, 373, 375, 383, 385, 386n, 391, 395, 399,4°1,4°3,4°5, 406,408, 410-417,431,437, 442n, 443n, 454, 456-459, 1351,1353; 8
EERSTE TRANSPORTEN UIT WESTERBORKIn totaal zijn tot de rzde oktober '42 waarop Gernmeker in Westerbork zijn intrede deed, uit het kamp met 24 treinen bijna drie-en-twintigduizendzevenhonderd Joden gedeporteerd: per week bijna tweeduizend. Zij kwamen uit alle delen des lands. Aannemelijk lijkt ons dat veruit de meesten, alvorens doorgezonden te worden, slechts korte tijd in Westerbork verbleven. Wij nemen voorts aan dat het in het kamp in die periode ongeregeld toeging: elke organisatie heeft tijd nodig om zich in te werken. Bovendien bleek al spoedig (vooral van eind augustus af, toen het systeem van de oproepingen was komen te vervallen en avond na avond in de steden speciale ophaalploegen de ronde gingen doen om Joden naar centrale verzamelplaatsen over te brengen als de Hollandse Schouwburg in Amsterdam) dat er Joden Westerbork binnengevoerd werden die men volgens de geldende regels voorlopig niet mocht deporteren: gemengd-gehuwden, protestantse [odcn+, Joden die bijvoorbeeld de Engelse of Amerikaanse nationaliteit bezaten, Joden die bij de Duitser Calmeyer een aanvraag ingediend hadden om niet langer als Jood te gelden, enz. Al die Joden drongen in Westerbork op een nader onderzoek aan - daar kwam het SOlTlS wèl, soms niet toe.