Naast het Sonderlager, het Griechenlager en het Stern lager kende het BergenBelsen-complex nog drie andere kampen: het 'Neutralenlager', het 'Ungarn lager' en het 'Häftlingslager'. In het Neutralenlager werden ca. tweehonderd Joden opgesloten die de Spaanse, Portugese of Argentijnse nationaliteit bezaten, en in het Ungarnlager kwamen in juli '44 een kleine zeventienhonderd Hongaarse Joden terecht; zij konden in december '44 naar Zwitserland vertrekken (wij komen er in deel 10 op terug), maar werden toen door andere Hongaarse Joden vervangen. Het Häftlingslager had niets met de Jodenvervolging te maken: het was een tentenkamp waarheen eerst uit diverse kampen concentratiekamp-gevangenen overgebracht werden om, evenals de tweehonderdvijflig eersten uit Buchenwald, het Bergen-Belsencomplex op te bouwen en waarin nadien zieken uit diverse concentratiekampen en hun Aussenleommandos opgenomen werden. Niet dat zij er medische verzorging kregen! Maar men was hen dan in de oorspronkelijke karnpen kwijt. Uit de onderaardse tunnels van het kamp Dora in de Harz kwamen in maart' 44 de eerste duizend zieke gevangenen dat Häftlingslager binnen (er waren zeven-en-vijftig overlevenden), begin januari '45 waren er in totaal ('gezonden'
en zieken bijeengeteld) ruim achttienhonderd concentratiekamp-gevangenen (onder wie zestien Nederlanders) opgesloten - in februari, maart en april werden het er veel meer.