Het Sternlager dat zich op dat troosteloos stuk Lüneburger heide bevond, leek in zoverre op Westerbork en op het [udendurchgangslager Vught in zijn eerste periode, dat de Joden hun kleding, hun dekens en enige bagage mochten behouden, dat zij niet kaalgeschoren werden en dat de gezinnen bij elkaar bleven. Wel te verstaan: de mannen en de vrouwen (die laatsten met de jonge kinderen bij zich) waren in aparte barakken ondergebracht''
- zij konden elkaar in het begin van de avond een uur ontmoeten: om kwart voor acht moest elk naar zijn eigen barak terug.