Ter voorkoming van juridische moeilijkheden formuleerde Steenberghe op 17 juni een in het Engels gestelde machtiging+ waarin nauwkeurig de rechten en bevoegdheden van de Netherland Shipping and Trading Committee Ltd. aangegeven werden, en in een brief van diezelfde datum aan de commissie 2 stipuleerde hij dat namens hem door Speekenbrink toezicht uitgeoefend zou worden op alle scheepvaartkwesties en door de Smit op alle handelsaangelegenheden. De in het Engels gestelde machtiging werd in de Nederlandse Staatscourant gepubliceerd, in no. 153 - in nr. 150 (het eerste te Londen verschenen nummer d.d. 24 mei) had reeds gestaan dat de NSHC met machtiging van de regering d.d. 22 mei als custodian optrad 'voor alle zeeschepen, ladingen en andere belangen van geïnteresseerden, die zich thans in het door de vijand bezette gebied bevinden.'
Tussen 22 mei en 17 juni was die machtiging uitgebreid: niet alleen de eigendommen van geïnteresseerden in bezet gebied vielen er onder maar ook alle goederen die aan hen verscheept waren en die, als de koopsommen nog niet voldaan waren, nog niet hifi eigendom waren geworden.